30.7.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 226/7


Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 16 juni 2011 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Verwaltungsgerichtshof — Oostenrijk) — Zollamt Linz Wels/Laki DOOEL

(Zaak C-351/10) (1)

(Communautair douanewetboek - Toepassingsverordening van douanewetboek - Artikelen 555, lid 1, sub c, en 558, lid 1 - Voertuig dat douanegebied is binnengekomen onder regeling voor tijdelijke invoer met volledige vrijstelling van invoerrechten - Voor intern verkeer gebruikt voertuig - Onregelmatig gebruik - Ontstaan van douaneschuld - Bevoegde nationale autoriteiten voor inning van douanerechten)

2011/C 226/12

Procestaal: Duits

Verwijzende rechter

Verwaltungsgerichtshof

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Zollamt Linz Wels

Verwerende partij: Laki DOOEL

Voorwerp

Verzoek om een prejudiciële beslissing — Verwaltungsgerichtshof — Uitlegging van de artikelen 204, lid 1, sub a, en 215, van verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (PB L 302, blz. 1), de artikelen 555, lid 1, sub c, en 558, lid 1, van verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie van 2 juli 1993 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van verordening (EEG) nr. 2913/92 (PB L 253, blz. 1), alsook van artikel 61 van richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PB L 347, blz. 1) — Vervoer van goederen over de weg in de Europese Unie — Gebruik van een voertuig waarvoor in de lidstaat waarnaar de goederen worden vervoerd geen vergunning bestaat — Plaats waar de douaneschuld ontstaat — Bevoegdheid van de lidstaat van oorsprong of van de lidstaat van bestemming

Dictum

De artikelen 555, lid 1, en 558, lid 1, sub c, van verordening nr. 2454/93 van de Commissie van 2 juli 1993 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek, zoals gewijzigd bij verordening (EG) nr. 993/2001 van de Commissie van 4 mei 2001, moeten aldus worden uitgelegd dat een onregelmatigheid bij het gebruik van een voertuig dat in de Unie is ingevoerd onder de regeling volledige vrijstelling van douanerechten en wordt gebruikt voor intern verkeer, geacht moet worden te zijn begaan op het ogenblik dat het voertuig de grens overschrijdt van de lidstaat waar het voertuig in strijd met de nationale bepalingen op vervoersgebied circuleert, dus zonder een vergunning om te lossen van de lidstaat waar wordt gelost, en dat de autoriteiten van deze staat bevoegd zijn om deze rechten te innen.


(1)  PB C 274 van 9.10.2010.