Beschikking van de president van het Gerecht van 29 oktober 2009 – Novácke chemické závody/Commissie

(Zaak T‑352/09 R)

„Kort geding – Mededinging – Beschikking van Commissie waarbij boete wordt opgelegd – Bankgarantie – Verzoek tot opschorting van tenuitvoerlegging – Geen spoedeisendheid”

1.                     Kort geding – Opschorting van tenuitvoerlegging – Voorlopige maatregelen – Voorwaarden voor toekenning – Fumus boni juris – Spoedeisendheid – Cumulatieve voorwaarden – Afweging van alle betrokken belangen – Volgorde van onderzoek en wijze van toetsing – Beoordelingsvrijheid van rechter in kort geding (Art. 225, lid 1, EG, 242 EG en 243 EG; Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 104, lid 2) (cf. punten 12‑15)

2.                     Kort geding – Opschorting van tenuitvoerlegging – Voorlopige maatregelen – Voorwaarden voor toekenning – Spoedeisendheid – Ernstige en onherstelbare schade – Situatie waarin voortbestaan van verzoekende vennootschap in gevaar komt – Schade reeds ontstaan op tijdstip van uitspraak door kortgedingrechter – Geen spoedeisendheid (Art. 242 EG en 243 EG; Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 104, lid 2) (cf. punten 38‑44)

3.                     Kort geding – Opschorting van tenuitvoerlegging – Voorlopige maatregelen – Voorwaarden voor toekenning – Spoedeisendheid – Ernstige en onherstelbare schade – Verlies van kans om herstel van verzoekende onderneming te bewerkstelligen – Zuiver hypothetische schade, gebaseerd op toekomstige en onzekere gebeurtenissen – Geen spoedeisendheid (Art. 242 EG en 243 EG; Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 104, lid 2) (cf. punten 49‑51)

4.                     Kort geding – Voorlopige maatregelen – Ontheffing van verplichting om bankgarantie te stellen als voorwaarde voor niet onmiddellijk innenvan geldboete – Voorwaarden voor toekenning – Buitengewone omstandigheden – Beoordeling op basis van situatie van groep waartoe verzoekende vennootschap behoort – Bewijslast (Art. 243 EG; Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 104, lid 2) (cf. punten 52‑59)

Voorwerp

Verzoek tot opschorting van de tenuitvoerlegging van de beschikking van de Commissie van 22 juli 2009 inzake een procedure op grond van artikel 81 EG en artikel 53 EER (Zaak COMP/39.396 – Reagentia op basis van calciumcarbide en magnesium voor de staal‑ en gasindustrie), voor zover zij verzoekster betreft

Dictum

1)

Het verzoek in kort geding wordt afgewezen.

2)

De beslissing omtrent de kosten wordt aangehouden.