27.3.2010 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 80/30 |
Beroep ingesteld op 24 december 2009 — TF1 e.a./Commissie
(Zaak T-520/09)
2010/C 80/51
Procestaal: Frans
Partijen
Verzoekende partijen: Télévision Française 1 (TF1) (Boulogne Billancourt, Frankrijk), Métropole télévision (M6) (Neuilly-sur-Seine, Frankrijk), Canal + SA (Issy-Les-Moulineaux, Frankrijk) (vertegenwoordigers: J.-P. Hordies en C. Smits, advocaten)
Verwerende partij: Europese Commissie
Conclusies
— |
de beschikking van de Europese Commissie van 1 september 2009 betreffende staatssteun C 27/09 (ex N 34/A/09 & N 34/B/09) — Begrotingssubsidie ten voordele van France Télévisions (2010-2012) nietig verklaren voor zover de Commissie daarin besluit de aangemelde begrotingssubsidie ten bedrage van 450 miljoen EUR voor 2009 ten voordele van France Télévisions, met het EG-Verdrag verenigbaar te beschouwen op grond van artikel 86, lid 2, daarvan; |
— |
de Commissie ertoe veroordelen de in artikel 108, lid 2, VWEU voorziene formele procedure voor onderzoek van de steun in te leiden; |
— |
de Commissie verwijzen in de kosten van de procedure. |
Middelen en voornaamste argumenten
Het onderhavige beroep strekt tot nietigverklaring van beschikking C(2009)6693 def. van 1 september 2009, die door de Commissie is vastgesteld na afloop van de in artikel 88, lid 3, EG (thans artikel 108 VWEU) voorziene procedure, waarbij de Commissie een begrotingssubsidie ten bedrage van maximaal 450 miljoen EUR voor 2009 ten voordele van France Télévisions, met de gemeenschappelijke markt verenigbaar heeft beschouwd. Verzoeksters vorderen in die context de inleiding van de formele onderzoeksprocedure overeenkomstig artikel 108, lid 2, VWEU.
Ter ondersteuning van hun verzoek roepen verzoeksters een enkel middel in, ontleend aan het feit dat er ernstige moeilijkheden bestonden die de Commissie ertoe hadden moeten nopen de in artikel 88, lid 2, EG (thans artikel 108, lid 2, VWEU) voorziene formele onderzoeksprocedure in te leiden en de belanghebbenden op te roepen hun opmerkingen kenbaar te maken.
Verzoeksters roepen aanwijzingen van ernstige moeilijkheden in die in de eerste plaats resulteren uit de omstandigheden rond de vooronderzoeksprocedure en in de tweede plaats uit de inhoud van de bestreden beschikking.
De buitensporig lange duur van vooronderzoeksprocedure, het verloop van de procedure en de omvang van de litigieuze subsidie zijn aanwijzingen van ernstige moeilijkheden die verband houden met de omstandigheden rond de vooronderzoeksprocedure.
De aanwijzingen van ernstige moeilijkheden die verband houden met de inhoud van de bestreden beschikking zijn gebaseerd op twee factoren. Zij zijn in de eerste plaats het gevolg van de ontoereikende of zelfs onjuiste informatie waarover de Commissie beschikte ten tijde van de vaststelling van de bestreden beschikking. Zij volgen in de tweede plaats uit het feit dat de Commissie onmogelijk zonder diepgaande analyse tot verenigbaarheid van de steun kon concluderen, gelet op de structurele risico’s van overcompensatie in het onderhavige geval.