Arrest van het Gerecht (Tweede kamer) van 13 december 2011 – Meica/BHIM – Bösinger Fleischwaren (Schinken King)

(Zaak T‑61/09)

„Gemeenschapsmerk – Oppositieprocedure – Aanvraag voor gemeenschapswoordmerk Schinken King – Ouder nationaal woordmerk King – Oudere nationale en gemeenschapswoordmerken Curry King – Relatieve weigeringsgrond – Verwarringsgevaar – Artikel 8, lid 1, sub b, van verordening (EG) nr. 40/94 [thans artikel 8, lid 1, sub b, van verordening (EG) nr. 207/2009] – Motiveringsplicht – Artikel 73 van verordening nr. 40/94 (thans artikel 75 van verordening nr. 207/2009)”

Gemeenschapsmerk – Definitie en verkrijging van gemeenschapsmerk – Relatieve weigeringsgronden – Oppositie door houder van gelijk of overeenstemmend ouder merk dat is ingeschreven voor zelfde of soortgelijke waren of diensten – Gevaar voor verwarring met ouder merk (Verordening nr. 40/94 van de Raad, art. 8, lid 1, sub b) (cf. punten 40‑41, 51‑53, 57‑62)

Voorwerp

Beroep tegen de beslissing van de eerste kamer van beroep van het BHIM van 11 december 2008 (zaak R 1049/2007‑1) inzake een oppositieprocedure tussen Meica Ammerländische Fleischwarenfabrik Fritz Meinen GmbH & Co. KG en Bösinger Fleischwaren GmbH

Dictum

1)

De beslissing van de eerste kamer van beroep van het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) van 11 december 2008 (zaak R 1049/2007‑1) wordt vernietigd.

2)

Het BHIM wordt verwezen in zijn eigen kosten alsook in die van Meica Ammerländische Fleischwarenfabrik Fritz Meinen GmbH & Co. KG.