26.10.2013 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 313/20 |
Arrest van het Gerecht van 12 september 2013 — Duitsland/Commissie
(Zaak T-347/09) (1)
(Staatssteun - Gratis overdracht van bepaalde delen van Duitse natuurerfgoed - Maatregelen om grote milieubeschermingsprojecten financieel te ondersteunen - Besluit waarbij steun verenigbaar met gemeenschappelijke markt wordt verklaard - Begrip „onderneming” - Motiveringsplicht)
2013/C 313/36
Procestaal: Duits
Partijen
Verzoekende partij: Bondsrepubliek Duitsland (vertegenwoordigers: aanvankelijk M. Lumma en B. Klein, vervolgens A. Wiedmann en T. Henze, gemachtigden)
Verwerende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: aanvankelijk K. Gross, vervolgens F. Erlbacher, A. Stobiecka-Kuik en P. Loewenthal, gemachtigden)
Interveniënten aan de zijde van verzoekende partij: Franse Republiek (vertegenwoordigers: G. de Bergues en J. Gstalter, gemachtigden), Koninkrijk der Nederlanden (vertegenwoordigers: aanvankelijk C. Wissels, Y. de Vries en M. de Ree, vervolgens C. Wissels, M. de Ree, J. Langer en M. Noort, gemachtigden) en Republiek Finland (vertegenwoordiger: J. Heliskoski, gemachtigde)
Voorwerp
Verzoek om nietigverklaring van besluit C(2009) 5080 def. van de Commissie van 2 juli 2009 betreffende steunregeling NN 8/2009 van de Bondsrepubliek Duitsland, die bestaat in de gratis overdracht van bepaalde delen van het Duitse natuurerfgoed en in maatregelen om grote milieubeschermingsprojecten financieel te ondersteunen (PB C 230, blz. 1)
Dictum
1. |
Het beroep wordt verworpen. |
2. |
De Bondsrepubliek Duitsland draagt haar eigen kosten en die van de Europese Commissie. |
3. |
De Franse Republiek, het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Finland dragen hun eigen kosten. |