13.2.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 37/22


Beroep ingesteld op 2 december 2009 — Europese Commissie/Helleense Republiek

(Zaak C-500/09)

2010/C 37/27

Procestaal: Grieks

Partijen

Verzoekende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: L. Lozano Palacios, D. Triantafillou)

Verwerende partij: Helleense Republiek

Conclusies

vaststellen dat de Helleense Republiek, door ministerieel besluit Α1/44351/3608 van 12 oktober 2005 te blijven toepassen, niet heeft voldaan aan de krachtens richtlijn 97/67ΕG (1) (zoals gewijzigd) op haar rustende verplichtingen, zoals die met name voortvloeien uit artikel 9, leden 1 en 2;

de Helleense Republiek verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

De Helleense Republiek belet de liberalisatie van de postdiensten, nagestreefd door richtlijn 97/67, die te dien einde voorziet in algemene machtigingen en individuele vergunningen die op transparante en niet-discriminerende grondslag worden verleend.

De Griekse wettelijke regeling verlangt van de concessiehoudende vervoerders, bij het verlenen van vergunningen voor postvrachtwagens, dat zij zelf postondernemingen zijn en in het betrokken register zijn ingeschreven als houders van een algemene machtiging. Dat dwingt de postnetwerken tot een radicale reorganisatie en belet de belangrijkste ondernemingen een beroep te doen op concessiehouders, tenzij, eventueel, zij zich omvormen tot vrachtwagenverhuurbedrijven, met alle kosten die dat meebrengt.

Bovendien beperkt de Griekse wettelijke regeling het vervoer van zware lasten tot bepaalde vrachtwagens voor openbaar gebruik, die aan een gereglementeerd beroep zijn voorbehouden, hetgeen de andere ondernemingen belet dezelfde dienst te leveren.

De Helleense Republiek heeft voor die beperkingen geen voldoende rechtvaardiging aangevoerd.


(1)  PB L 15 van 21.1.1998, blz. 14.