13.2.2010 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 37/21 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door het Hof van beroep te Gent (België) op 30 november 2009 — Vandoorne NV tegen Belgische Staat
(Zaak C-489/09)
2010/C 37/23
Procestaal: Nederlands
Verwijzende rechter
Hof van Beroep te Gent
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekster: Vandoorne NV
Verweerder: Belgische Staat
Prejudiciële vraag
Is de Belgische wetgeving, in het bijzonder artikel 58, §1 jo. artikel 77, §1, 7° WBTW, wel of niet in overeenstemming met het artikel 27 van de zesde richtlijn (77/388/EEG-Raad) (1) dat de lidstaten toelaat om vereenvoudigingsmaatregelen te nemen en/of met artikel 11, C, sub 1, van diezelfde richtlijn die het recht op teruggaaf van BTW toelaat in geval van gehele of gedeeltelijke niet-betaling, door het feit dat die nationale wetgeving (1) voor de levering van tabaksfabrikaten een vereenvoudiging van de heffing van de BTW invoert door een enige heffing aan de bron op te leggen, en (2) het recht op teruggaaf van BTW wegens geheel of gedeeltelijk verloren gaan van de prijs niet verleent aan de belastingplichtigen in de verschillende tussenschakels die BTW op die tabaksfabrikaten gedragen hebben?
(1) Zesde richtlijn 77/388/EEG van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting — Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag (PB L 145, blz. 1).