7.11.2009 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 267/34 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Raad van State (Nederland) op 3 augustus 2009 — Olbek Industrial Services sp. zoo, andere partij: Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
(Zaak C-309/09)
2009/C 267/64
Procestaal: Nederlands
Verwijzende rechter
Raad van State
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekster: Olbek Industrial Services sp. zoo
Andere partij: Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Prejudiciële vraag
1) |
Moeten de artikelen 49 en 50 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap aldus worden uitgelegd dat zij in de weg staan aan een nationale regeling, zoals vervat in artikel 2 van de Wet arbeid vreemdelingen, gelezen in samenhang met artikel 1e, eerste lid, aanhef en onder c, van het Besluit uitvoering Wet arbeid vreemdelingen, op grond waarvan voor het ter beschikking stellen van werknemers als bedoeld in artikel 1, derde lid, aanhef en onder c, van richtlijn 96/71/EG (1) een tewerkstellingsvergunning is vereist? |
2) |
Aan de hand van welke criteria dient te worden bepaald of sprake is van het ter beschikking stellen van werknemers in de zin van artikel 1, derde lid, aanhef en onder c, van richtlijn 96/71/EG? |
(1) Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 1996 betreffende de terbeschikkingstelling van werknemers met het oog op het verrichten van diensten (PB 1997, L 18, blz. 1).