4.7.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 153/29


Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Court of Appeal (England & Wales) (Civil Division) (Verenigd Koninkrijk) op 8 mei 2009 — Secretary of State for Work and Pensions/Taous Lassal

(Zaak C-162/09)

2009/C 153/55

Procestaal: Engels

Verwijzende rechter

Court of Appeal (England & Wales) (Civil Division)

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Secretary of State for Work and Pensions

Verwerende partij: Taous Lassal

Prejudiciële vraag

In omstandigheden waarin (i) een burger van de EU in september 1999 als werknemer naar het Verenigd Koninkrijk kwam en daar in die hoedanigheid tot februari 2005 verbleef, (ii) vervolgens het Verenigd Koninkrijk verliet en voor een periode van tien maanden terugkeerde naar de lidstaat waarvan zij de nationaliteit bezit en (iii) in december 2005 terugkeerde naar het Verenigd Koninkrijk en daar tot november ononderbroken verbleef, toen zij een aanvraag voor sociale bijstand indiende:

dient artikel 16, lid 1, van richtlijn 2004/38 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 aldus te worden uitgelegd dat het de betrokken burger van de EU een duurzaam verblijfsrecht verleent op grond van het feit dat hij, in overeenstemming met eerdere gemeenschapsrechtelijke instrumenten die werknemers verblijfsrechten verlenen, legaal aldaar verbleef voor een ononderbroken periode van vijf jaar die afliep vóór 30 april 2006 (de datum waarop de lidstaten de richtlijn dienden om te zetten)?