Trefwoorden
Samenvatting

Trefwoorden

1. Sociale zekerheid van migrerende werknemers – Regeling van Unie – Materiële werkingssfeer – Tijdelijke arbeidsongeschiktheidsuitkering voor jonggehandicapten – Daaronder begrepen als prestatie bij invaliditeit en niet als prestatie bij ziekte

(Verordening nr. 1408/71 van de Raad, art. 4, lid 1, sub b)

2. Sociale zekerheid van migrerende werknemers – Uitkeringen – Woonplaatsvereisten – Opheffing – Voorwaarde inzake woonplaats voor toekenning van tijdelijke arbeidsongeschiktheidsuitkering voor jonggehandicapten

(Verordening nr. 1408/71 van de Raad, art. 10, lid 1, eerste alinea)

3. Burgerschap van Europese Unie – Recht om vrij op grondgebied van lidstaten te reizen en te verblijven – Sociale voordelen – Tijdelijke arbeidsongeschiktheidsuitkering voor jonggehandicapten

(Art. 21, lid 1, VWEU)

Samenvatting

1. Een tijdelijke arbeidsongeschiktheidsuitkering voor jonggehandicapten, vormt een prestatie bij invaliditeit in de zin van artikel 4, lid 1, sub b, van verordening nr. 1408/71, zoals gewijzigd en bijgewerkt bij verordening nr. 118/97, zoals gewijzigd bij verordening nr. 647/2005, als vaststaat dat de aanvrager op het moment van indiening van de aanvraag een permanente of duurzame handicap heeft. In een dergelijke situatie heeft die uitkering rechtstreeks betrekking op het in die bepaling bedoelde risico van invaliditeit.

(cf. punten 53‑54, dictum 1)

2. Artikel 10, lid 1, eerste alinea, van verordening nr. 1408/71, zoals gewijzigd en bijgewerkt bij verordening nr. 118/97, zoals gewijzigd bij verordening nr. 647/2005, verzet zich ertegen dat een lidstaat de toekenning van een tijdelijke arbeidsongeschiktheidsuitkering voor jonggehandicapten, die wordt aangemerkt als een prestatie bij invaliditeit, afhankelijk stelt van een voorwaarde dat de aanvrager zijn normale woonplaats op het grondgebied van die lidstaat heeft.

(cf. punt 70, dictum 2)

3. Artikel 21, lid 1, VWEU verzet zich ertegen dat een lidstaat de toekenning van een tijdelijke arbeidsongeschiktheidsuitkering voor jonggehandicapten afhankelijk stelt van:

- een voorwaarde dat de aanvrager vóór de aanvraag op het grondgebied van die lidstaat aanwezig moet zijn geweest, met uitsluiting van elke andere factor op grond waarvan het bestaan van een werkelijke band tussen de aanvrager en die lidstaat kan worden vastgesteld, en

- een voorwaarde dat de aanvrager op het moment van indiening van de aanvraag op het grondgebied van die lidstaat aanwezig moet zijn.

(cf. punten 104, 109‑110, dictum 2)