Fiscale bepalingen – Harmonisatie van wetgevingen – Omzetbelasting – Gemeenschappelijk stelsel van belasting over toegevoegde waarde – Vrijstellingen voorzien in Zesde richtlijn – Bankverrichtingen bedoeld in artikel 13, B, sub d, punt 3
(Richtlijn 77/388 van de Raad, art. 13, B, sub d, punt 3)
Artikel 13, B, sub d, punt 3, van de Zesde richtlijn (77/388) betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting moet aldus worden uitgelegd dat onder de vrijstelling van de belasting over de toegevoegde waarde waarin deze bepaling voorziet, niet valt een dienstverrichting die in hoofdzaak inhoudt dat aan de bank van een derde persoon wordt gevraagd, een door die persoon aan de cliënt van de dienstverrichter verschuldigd bedrag via het systeem van „automatische incasso” over te maken op de rekening van de dienstverrichter, dat aan de cliënt een rekeningoverzicht wordt gezonden, dat contact wordt opgenomen met de derde persoon van wie de dienstverrichter de betaling niet heeft ontvangen en, tot slot, dat aan de bank van de dienstverrichter opdracht wordt gegeven, de ontvangen betalingen, verminderd met de vergoeding van de dienstverrichter, op de bankrekening van de cliënt over te maken.
Een dergelijke dienst valt onder het begrip „invordering van schuldvorderingen” in de zin van artikel 13, B, sub d, punt 3, en is dus uitgesloten van de lijst van vrijstellingen. Hij heeft immers tot doel, de cliënten van de dienstverrichter de betaling van de hun door die derde personen verschuldigde bedragen te doen toekomen en dus de betaling van schulden te verkrijgen. Door zich ermee te belasten, schuldvorderingen voor rekening van de bezitters daarvan te innen, bevrijdt de dienstverrichter zijn cliënten van taken die deze laatsten zonder zijn optreden als schuldeisers zelf zouden moeten verrichten, te weten de overmaking van de hun verschuldigde bedragen via het systeem van „automatische incasso” te vragen.
(cf. punten 28, 32‑33, 36 en dictum)