30.4.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 130/5


Arrest van het Hof (Vijfde kamer) van 3 maart 2011 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Sąd Najwyższy — Republiek Polen) — Zakład Ubezpieczeń Społecznych Oddział w Nowym Sączu/Stanisława Tomaszewska

(Zaak C-440/09) (1)

(Sociale zekerheid van migrerende werknemers - Artikel 45, lid 1, van verordening (EEG) nr. 1408/71 - Naar nationaal recht vereist minimaal tijdvak voor verkrijgen van recht op ouderdomspensioen - In aanmerkingneming van in andere lidstaat vervuld tijdvak van bijdragebetaling - Samentelling - Berekeningswijzen)

2011/C 130/09

Procestaal: Pools

Verwijzende rechter

Sąd Najwyższy

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Zakład Ubezpieczeń Społecznych Oddział w Nowym Sączu

Verwerende partij: Stanisława Tomaszewska

Voorwerp

Verzoek om een prejudiciële beslissing — Sąd Najwyższy — Uitlegging van artikel 45, lid 1, van verordening (EEG) nr. 1408/71 van de Raad van 14 juni 1971 betreffende de toepassing van de socialezekerheidsregelingen op loontrekkenden en hun gezinnen, die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen (PB L 149, blz. 2), alsmede van artikel 15, lid 1, sub a, van verordening (EEG) nr. 574/72 van de Raad van 21 maart 1972 tot vaststelling van de wijze van toepassing van verordening (EEG) nr. 1408/71 (PB L 74, blz. 1) — Vervroegd ouderdomspensioen wegens bepaald tijdvak van bijdragebetaling — Berekeningswijze van uitkeringen — Samentelling van de in een andere lidstaat vervulde tijdvakken van bijdragebetaling en van die welke in de betrokken lidstaat zijn vervuld vóór of na de toevoeging overeenkomstig de nationale wettelijke regeling van de bijkomende tijdvakken die een derde van de tijdvakken van bijdragebetaling bedragen

Dictum

Artikel 45, lid 1, van verordening (EEG) nr. 1408/71 van de Raad van 14 juni 1971, betreffende de toepassing van de socialezekerheidsregelingen op werknemers en zelfstandigen, alsmede op hun gezinsleden, die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen, in zijn bij verordening (EG) nr. 118/97 van de Raad van 2 december 1996 (PB 1997, L 28, blz. 1) gewijzigde en bijgewerkte versie, zoals gewijzigd bij verordening (EG) nr. 1992/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006, moet aldus worden uitgelegd dat, bij het bepalen van het naar nationaal recht vereiste minimale tijdvak van verzekering met het oog op het verkrijgen van het recht op een ouderdomspensioen voor een migrerende werknemer, het bevoegde orgaan van de betrokken lidstaat, bij het bepalen van het maximum dat de tijdvakken van niet-bijdragebetaling niet mogen overschrijden in verhouding tot de tijdvakken van bijdragebetaling, zoals bepaald in de regeling van die lidstaat, alle tijdens het beroepsleven van de migrerende werknemer vervulde tijdvakken van verzekering moet meetellen, met inbegrip van de in andere lidstaten vervulde tijdvakken van verzekering.


(1)  PB C 37 van 13.02.2010.