21.5.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 152/5


Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 31 maart 2011 — Europese Commissie/Helleense Republiek

(Zaak C-407/09) (1)

(Niet-nakoming - Niet-nakoming van verplichting om arrest Hof uit te voeren - Financiële sancties - Oplegging van forfaitaire som)

2011/C 152/08

Procestaal: Grieks

Partijen

Verzoekende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: M. Condou-Durande en A.-M. Rouchaud-Joët, gemachtigden)

Verwerende partij: Helleense Republiek (vertegenwoordigers: K. Samoni-Rantou en N. Dafniou, gemachtigden)

Voorwerp

Niet-nakoming — Artikel 228 EG — Niet-uitvoering van arrest van het Hof van 18 juli 2007 in zaak C-26/07 — Verzuim om alle maatregelen te nemen die nodig zijn om te voldoen aan richtlijn 2004/80/EG van de Raad van 29 april 2004 betreffende de schadeloosstelling van slachtoffers van misdrijven (PB L 261, blz. 15) — Verzoek tot vaststelling van een dwangsom

Dictum

1)

Door bij het verstrijken van de termijn in het met redenen omkleed advies dat de Commissie van de Europese Gemeenschappen krachtens artikel 228 EG op 23 september 2008 heeft uitgebracht, niet de maatregelen te hebben getroffen die nodig waren ter uitvoering van het arrest van 18 juli 2007, Commissie/Griekenland (C-26/07), is de Helleense Republiek de krachtens artikel 228, lid 1, EG op haar rustende verplichtingen niet nagekomen.

2)

De Helleense Republiek wordt veroordeeld om aan de Europese Commissie op de rekening „Eigen middelen van de Europese Unie” een forfaitaire som van 3 miljoen EUR te betalen.

3)

De Helleense Republiek wordt verwezen in de kosten.


(1)  PB C 11 van 16.1.2010.