11.9.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 246/11


Arrest van het Hof (Derde kamer) van 15 juli 2010 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Baranya Megyei Bíróság — Hongarije) — Pannon Gép Centrum Kft/APEH Központi Hivatal Hatósági Főosztály Dél-dunántúli Kihelyezett Hatósági Osztály

(Zaak C-368/09) (1)

(Zesde btw-richtlijn - Richtlijn 2006/112/EG - Recht op aftrek van voorbelasting - Nationale regeling waarbij onjuiste vermelding op factuur leidt tot verval van recht op aftrek)

2010/C 246/18

Procestaal: Hongaars

Verwijzende rechter

Baranya Megyei Bíróság

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Pannon Gép Centrum Kft

Verwerende partij: APEH Központi Hivatal Hatósági Főosztály Dél-dunántúli Kihelyezett Hatósági Osztály

Voorwerp

Verzoek om een prejudiciële beslissing — Baranya Megyei Bíróság — Uitlegging van de artikelen 17, lid 1, 18, lid 1, en 22, lid 3, sub a en b, van richtlijn 77/388/EEG: Zesde richtlijn van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting — Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag (PB L 145, blz. 1), en van richtlijn 2001/115/EG van de Raad van 20 december 2001 tot wijziging van richtlijn 77/388/EEG met het oog op de vereenvoudiging, modernisering en harmonisering van de ter zake van de facturering geldende voorwaarden op het gebied van de belasting over de toegevoegde waarde (PB L 15, blz. 24) — Verval van het recht op aftrek van de ontvanger van diensten wegens een fout in de datum van voltooiing van de werken die op de door de dienstverlener uitgereikte factuur is vermeld — Nationale regeling waarbij elke formele tekortkoming in de factuur wordt gesanctioneerd met verval van het recht op aftrek

Dictum

De artikelen 167, 178, sub a, 220, punt 1, en 226 van richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde moeten aldus worden uitgelegd dat zij zich verzetten tegen een nationale regeling of praktijk waarbij de nationale autoriteiten een belastingplichtige het recht weigeren om van de door hem verschuldigde belasting over de toegevoegde waarde de verschuldigde of betaalde belasting op te zijnen behoeve verrichte diensten af te trekken op grond dat de oorspronkelijke factuur, in zijn bezit ten tijde van de aftrek, een onjuiste datum van voltooiing van de dienst vermeldde en er geen doorlopende nummering was van de achteraf gecorrigeerde factuur en de creditnota waarbij de oorspronkelijke factuur is ingetrokken, wanneer is voldaan aan de materiële voorwaarden voor aftrek, en de betrokken instantie vóór de vaststelling van haar beslissing van de belastingplichtige een gecorrigeerde factuur met de juiste datum van voltooiing van deze dienst heeft ontvangen, ook al is er geen doorlopende nummering van deze factuur en de creditnota waarbij de oorspronkelijke factuur is ingetrokken.


(1)  PB C 11 van 16.1.2010.