4.12.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 328/8


Arrest van het Hof (Vijfde kamer) van 7 oktober 2010 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Tribunale di Bolzano — Italië) — Strafzaak tegen Martha Nussbaumer

(Zaak C-224/09) (1)

(Verzoek om prejudiciële beslissing - Richtlijn 92/57/EEG - Minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid voor tijdelijke en mobiele bouwplaatsen - Artikel 3 - Verplichting om coördinator inzake veiligheid en gezondheid aan te stellen en om veiligheids- en gezondheidsplan op te stellen)

2010/C 328/11

Procestaal: Italiaans

Verwijzende rechter

Tribunale di Bolzano

Partij in de strafzaak

Martha Nussbaumer

Voorwerp

Verzoek om een prejudiciële beslissing — Tribunale di Bolzano — Uitlegging van artikel 3 van richtlijn 92/57/EEG van de Raad van 24 juni 1992 betreffende de minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid voor tijdelijke en mobiele bouwplaatsen (achtste bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van richtlijn 89/391/EEG) (PB L 245, blz. 6) — Particuliere werken waarvoor geen bouwvergunning vereist is — Afwijking van de verplichting om een coördinator inzake veiligheid en gezondheid aan te stellen tijdens de uitwerkingsfase van het ontwerp van het bouwwerk of tijdens de verwezenlijking ervan

Dictum

Artikel 3 van richtlijn 92/57/EEG van de Raad van 24 juni 1992 betreffende de minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid voor tijdelijke en mobiele bouwplaatsen (achtste bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van richtlijn 89/391/EEG), dient als volgt te worden uitgelegd:

artikel 3, lid 1, verzet zicht tegen een nationale regeling op grond waarvan voor een bouwplaats die particuliere werkzaamheden omvat waarvoor geen bouwvergunning vereist is en waarop verscheidene ondernemingen werkzaam zullen zijn, mag worden afgeweken van de op de opdrachtgever of de bouwdirectie rustende verplichting om bij de uitwerking van het ontwerp van het bouwwerk, of in ieder geval vóór de uitvoering van de werkzaamheden, een coördinator inzake veiligheid en gezondheid aan te stellen;

artikel 3, lid 2, verzet zicht tegen een nationale regeling die de verplichting van de coördinator voor de verwezenlijking van het bouwwerk om een veiligheids- en gezondheidsplan op te stellen, beperkt tot uitsluitend het geval waarin op een bouwplaats voor particuliere werkzaamheden waarvoor geen vergunning is vereist verscheidene ondernemingen werkzaam zijn, en die de bijzondere gevaren, zoals de in bijlage II bij richtlijn 92/57 bedoelde, niet als criterium hanteert.


(1)  PB C 205 van 29.08.2009.