|
15.1.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 13/8 |
Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 18 november 2010 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bundesfinanzhof — Duitsland) — Finanzamt Leverkusen/Verigen Transplantation Service International AG
(Zaak C-156/09) (1)
(Zesde btw-richtlijn - Artikel 13, A, lid 1, sub c - Vrijstellingen ten gunste van activiteiten van algemeen belang - Gezondheidskundige verzorging van mens - Isolering en vermeerdering van kraakbeencellen voor reïmplantatie bij patiënt)
2011/C 13/12
Procestaal: Duits
Verwijzende rechter
Bundesfinanzhof
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: Finanzamt Leverkusen
Verwerende partij: Verigen Transplantation Service International AG
Voorwerp
Verzoek om een prejudiciële beslissing — Bundesfinanzhof — Uitlegging van artikel 13, A, lid 1, sub c, en van artikel 28 ter, F, lid 1, van de Zesde richtlijn (77/388/EEG) van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting — Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag (PB L 145, blz. 1) — Isoleren van gewrichtkraakbeencellen uit kraakbeenmateriaal dat bij een mens is afgenomen door in andere lidstaten gevestigde afnemers, en daaropvolgende vermeerdering van deze cellen ter implantering bij een patiënt door dezelfde afnemers — Bepaling van de plaats van de verrichte diensten — Vrijstelling van deze diensten als „gezondheidsdeskundige verzorging van de mens in het kader van de medische en paramedische beroepen”
Dictum
Artikel 13, A, lid 1, sub c, van de Zesde richtlijn (77/388/EEG) van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting — Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag, zoals gewijzigd bij richtlijn 95/7/EG van de Raad van 10 april 1995, moet aldus worden uitgelegd dat het isoleren van gewrichtskraakbeencellen uit bij de mens afgenomen kraakbeenmateriaal en de daaropvolgende vermeerdering ervan met het oog op reïmplantatie voor therapeutische doeleinden „gezondheidskundige verzorging van de mens” in de zin van deze bepaling vormen.