7.3.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 55/28


Beroep ingesteld op 8 december 2008 — Tuzzi fashion/BHIM — El Corte Inglés (Emidio Tucci)

(Zaak T-535/08)

(2009/C 55/52)

Taal van het verzoekschrift: Engels

Partijen

Verzoekende partij: Tuzzi fashion GmbH (Fulda, Duitsland) (vertegenwoordigers: R. Kunze en G. Würtenberger, advocaten)

Verwerende partij: Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen)

Andere partij in de procedure voor de kamer van beroep: El Corte Inglés, SA (Madrid, Spanje)

Conclusies

vernietiging van de beslissing van de tweede kamer van beroep van het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) van 23 september 2008 in zaak R 1561/2007-2, en

verwijzing van verweerder in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Aanvrager van het gemeenschapsmerk: de andere partij in de procedure voor de kamer van beroep

Betrokken gemeenschapsmerk: beeldmerk „Emidio Tucci” voor waren van klasse 25

Houder van het oppositiemerk of -teken in de oppositieprocedure: verzoekster

Oppositiemerk of -teken: Duits woordmerk „TUZZI” voor waren van klasse 25, ingeschreven onder nr. 1 078 843; internationaal woordmerk „TUZZI” voor waren van klasse 25, ingeschreven onder nr. 496 835 voor Oostenrijk, Frankrijk, de Benelux-landen en Polen; firmanaam „TUZZI FASHION GMBH”, die in Duitsland in het economische verkeer wordt gebruikt voor kleding

Beslissing van de oppositieafdeling: afwijzing van de oppositie in haar geheel

Beslissing van de kamer van beroep: verwerping van het beroep

Aangevoerde middelen: schending van artikel 8, leden 1 en 4, van verordening nr. 40/94 van de Raad doordat de kamer van beroep het gevaar van verwarring van de betrokken merken onjuist heeft beoordeeld; schending van artikel 73 van verordening nr. 40/94 van de Raad doordat de kamer van beroep de door verzoekster aangevoerde argumenten niet op omstandige wijze heeft onderzocht en haar beslissing niet objectief heeft gemotiveerd; schending van artikel 74 van verordening nr. 40/94 van de Raad doordat de kamer van beroep haar onderzoek niet heeft beperkt tot de door de partijen aangevoerde feiten, bewijsmiddelen en argumenten; schending van artikel 79 van verordening nr. 40/94 van de Raad doordat de kamer van beroep bij haar beoordeling van het door verzoekster aangevoerde verweermiddel betreffende misbruik van recht geen rekening heeft gehouden met algemene beginselen van procedurerecht die in de lidstaten algemeen aanvaard zijn.