27.9.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 247/22


Hogere voorziening ingesteld op 1 augustus 2008 door Kurt-Wolfgang Braun-Neumann tegen de beschikking van het Gerecht voor ambtenarenzaken van 23 mei 2008 in zaak F-79/07, Braun-Neumann/Parlement

(Zaak T-306/08 P)

(2008/C 247/43)

Procestaal: Duits

Partijen

Rekwirant: Kurt-Wolfgang Braun-Neumann (Lohr am Main, Duitsland) (vertegenwoordiger: P. Ames, advocaat)

Andere partij in de procedure: Europees Parlement

Conclusies

de beschikking van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie van 23 mei 2008 in zaak F-79/07 vernietigen;

de zaak afdoen, rekwirants vordering toewijzen en het Parlement veroordelen om hem met terugwerkende kracht vanaf 1 augustus 2004 de overige helft van het weduwnaarspensioen van Mandt van 1 670,84 EUR per maand te betalen, vermeerderd met rente tegen de rentevoet die de Europese Centrale Bank voor de basisherfinancieringsacties heeft vastgesteld, vermeerderd met 3 punten;

subsidiair, de zaak voor een beslissing terugverwijzen naar het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie.

Middelen en voornaamste argumenten

De hogere voorziening is gericht tegen de beschikking van het Gerecht voor ambtenarenzaken van 23 mei 2008 in zaak F-79/07, Braun-Neumann/Parlement, waarbij het door rekwirant ingestelde beroep niet-ontvankelijk werd verklaard.

Tot staving van de hogere voorziening stelt rekwirant dat het Gerecht voor ambtenarenzaken een verkeerde uitlegging heeft gegeven aan artikel 90, lid 2, van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen, aangezien zijn uitlegging in strijd is met algemene gemeenschapsrechtelijke beginselen. Volgens rekwirant is de door dat Gerecht gegeven uitlegging van een brief als bezwarend besluit onjuist. Voorts kan alleen aan het rechtszekerheidsbeginsel worden voldaan, wanneer het ontbreken van een vermelding voor het begin van de termijn als nadelig wordt aangemerkt, aangezien anders sprake is van uitholling van de rechten van de justitiabelen. Ten slotte moet de door het Gerecht voor ambtenarenzaken gegeven uitlegging, gezien de gevolgen voor rekwirant, als onevenredig worden aangemerkt.