25.10.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 272/30 |
Beroep ingesteld op 5 augustus 2008 — Smurfit Kappa Group/Commissie
(Zaak T-304/08)
(2008/C 272/57)
Procestaal: Engels
Partijen
Verzoekende partij: Smurfit Kappa Group plc (Dublin, Ierland) (vertegenwoordigers: T. Ottervanger, E. Henny, advocaten)
Verwerende partij: Commissie van de Europese Gemeenschappen
Conclusies
— |
nietigverklaring van de beschikking van de Commissie overeenkomstig artikel 230 EG; |
— |
verwijzing van de Commissie in de kosten die verzoeksters in het kader van de procedure heeft gemaakt. |
Middelen en voornaamste argumenten
Verzoekster vordert nietigverklaring uit hoofde van artikel 230 EG van beschikking N 582/2007 van de Commissie van 2 april 2008 (zaak „Steun aan Propapier PM2 GmbH & Co. KG-LIP” C(2008) 1107], waarbij de Commissie de door de Duitse Staat aangemelde staatssteun voor Propapier PM2 GmbH & Co. KG heeft goedgekeurd.
Verzoekster, een in Ierland gevestigde internationale verpakkingsonderneming, heeft bij de Commissie een informele klacht ingediend tegen de aanzienlijke subsidie voor de bouw (in de regio Brandenburg-Nordost in Duitsland) van wat volgens verzoekster de grootste papierfabriek in de Europese Unie zal worden. Verzoekster betoogt dat ofschoon er duidelijke aanwijzingen waren dat de gesubsidieerde investering ernstige en onevenredige gevolgen voor haarzelf en de sector in zijn geheel zou hebben, de Commissie geen formeel onderzoek nodig achtte nu de regionale steun beneden de drempels inzake marktaandeel en capaciteitsvergroting van punt 68, sub a en b, van de richtsnoeren inzake regionale steunmaatregelen 2007-2013 (1) („richtsnoeren regionale steun”) bleef en de steun bijgevolg met het Verdrag verenigbaar heeft verklaard.
Verzoeker, die een rechtstreekse concurrent van de steunontvanger is, bestrijdt de beslissing van de Commissie om niet de in artikel 88, lid 2, EG voorziene formele procedure in te leiden op de volgende gronden:
In de eerste plaats had de Commissie volgens verzoekster de formele procedure van artikel 88, lid 2, EG en artikel 4, lid 4 van verordening nr. 659/1999 (2) moeten inleiden en de steun diepgaander moeten onderzoeken in het licht van de twijfels die waren gerezen als gevolg van de structurele moeilijkheden op de markt en op grond van een passendere marktbeoordeling. Volgens verzoekster heeft de Commissie zich ten onrechte beperkt tot een toepassing van de rigide drempels van punt 68 van de richtsnoeren regionale steun en een kennelijke beoordelingsfout gemaakt bij de berekening van de capaciteitsvergroting.
Verzoekster betoogt in de tweede plaats dat de Commissie artikel 87, lid 3, EG en de richtsnoeren regionale steun heeft geschonden nu in de bestreden beschikking (i) niet is geanalyseerd of betrokken steun de voorwaarden waaronder het handelsverkeer plaatsvindt nadelig beïnvloedt en (ii) de richtsnoeren regionale steun verkeerd zijn geïnterpreteerd. Op die grondslag wordt betoogd dat de Commissie, in plaats van de voordelen voor de regio af te wegen tegen de gevolgen van de aanzienlijke steun voor de sector in zijn geheel, enkel een harde regel over 5 % capaciteitsvergroting heeft toegepast zonder een economische analyse te verrichten. Er wordt ook betoogd dat de toepassing van de regel van punt 68 van de richtsnoeren regionale steun is strijd is met het EG-Verdrag, nu deze bepaling van de Commissie niet verlangt dat zij alle steunmaatregelen die beneden de daarin vervatte drempel blijven, automatisch goedkeurt.
De bestreden beschikking is volgens verzoekster in de derde plaats ongeldig omdat zij feitelijke onjuistheden en kennelijke beoordelingsfouten bevat op het punt van de marktafbakening en capaciteitsvergroting.
In de vierde plaats wordt betoogd dat de Commissie artikel 87, lid 3, EG en de richtsnoeren regionale steun heeft geschonden doordat de bestreden beschikking een kennelijke beoordelingsfout op het punt van de kwalificatie van de steunmaatregel bevat.
De beschikking is in de vijfde plaats ongeldig wegens ernstige schending van het recht, omdat zij ervan uitgaat dat regionale-steunkaart 2007-2013 van Duitsland met het EG-Verdrag verenigbaar is, waardoor de regio Brandenburg-Nordost uit hoofde van de uitzondering voorzien in artikel 87, lid 3, sub a, EG gedurende de gehele periode 2007-2013 voor regionale steun in aanmerking kan komen. Bovendien is de bestreden beschikking ongeldig omdat zij geen rekening houdt met andere voor hetzelfde project verleende steun.
Ten slotte betoogt verzoekster dat de Commissie haar verplichting niet heeft nageleefd om met betrekking tot het vooronderzoek genoegzaam te motiveren op welke gronden haar beschikking is gebaseerd.
(1) PB 2006 C 54, blz. 13.
(2) Verordening (EG) nr. 659/1999 van de Raad van 22 maart 1999 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van artikel 93 van het EG-Verdrag (PB 1999, L 83, blz. 1).