7.6.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 142/28


Beroep ingesteld op 22 februari 2008 — Republiek Cyprus/Commissie

(Zaak T-92/08)

(2008/C 142/51)

Procestaal: Grieks

Partijen

Verzoekende partij: Republiek Cyprus (vertegenwoordiger: P. Kliridis)

Verwerende partij: Commissie van de Europese Gemeenschappen

Conclusies

de uitnodiging tot inschrijving EuropeAid/126111/C/SER/CY voor de sluiting van de overeenkomst „Technical Assistance to support the ongoing reform of the primary and secondary education sector”, die op of rond 14 december 2007 en uitsluitend in het Engels is bekendgemaakt op de website http://ec.europa.eu/europaid/tender/data/, en de artikelen 5 en 28.2 daarvan, nietig te verklaren;

de Commissie van de Europese Gemeenschappen te verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Volgens verzoekster is de uitnodiging tot inschrijving om de volgende redenen onwettig:

in de eerste plaats heeft de Commissie door de vaststelling van de uitnodiging de rechtsgrondslag daarvan overschreden of geschonden, met name verordening (EG) nr. 389/2006 van de Raad van 27 februari 2006 tot instelling van een instrument voor financiële steun ter bevordering van de economische ontwikkeling van de Turks-Cypriotische gemeenschap en tot wijziging van verordening (EG) nr. 2667/2000 betreffende het Europees Bureau voor wederopbouw (1),

in de tweede plaats is de uitnodiging in strijd en/of onverenigbaar met artikel 299 EG, zoals gewijzigd bij artikel 19 van de Akte betreffende de toetredingsvoorwaarden voor de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek (2) (hierna: „Toetredingsakte van 2003”) en Protocol nr. 10 over Cyprus bij de Toetredingsakte van 2003 (3),

in de derde plaats is de uitnodiging in strijd of onverenigbaar met de verplichtingen die voortvloeien uit dwingende bepalingen van internationaal recht en met de resoluties 541(1983) en 550 (1984) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties,

in de vierde plaats is de uitnodiging in strijd en/of onverenigbaar met het beginsel van loyale samenwerking tussen de instellingen van de Europese Unie en de lidstaten, dat is erkend in artikel 10 EG, en

in de vijfde plaats is de uitnodiging niet in het Publicatieblad bekendgemaakt.


(1)  PB L 65, blz. 5.

(2)  PB L 236, blz. 33.

(3)  PB L 236, blz. 955.