12.4.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 92/38


Hogere voorziening ingesteld op 5 februari 2008 door de Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen het arrest van het Gerecht voor ambtenarenzaken van 22 november 2007 in zaak F-110/06, Carpi Badía/Commissie

(Zaak T-52/08 P)

(2008/C 92/76)

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekster: Commissie van de Europese Gemeenschappen (vertegenwoordigers: G. Berscheid en K. Herrmann, gemachtigden)

Andere partij in de procedure: José María Carpi Badía (Luxemburg, Groothertogdom Luxemburg)

Conclusies

het arrest van het Gerecht voor ambtenarenzaken van 22 november 2007 in zaak F-110/06, Carpi Badía/Commissie, nietig verklaren en de zaak terugwijzen naar het Gerecht voor ambtenarenzaken;

verweerder verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

De Commissie vordert in hogere voorziening vernietiging van het arrest van het Gerecht voor ambtenarenzaken (hierna: „Gerecht”) van 22 november 2007 in zaak F-110/06, Carpi Badía/Commissie, houdende nietigverklaring van haar besluit om verzoeker in eerste aanleg onvoldoende bevorderingspunten toe te kennen om te worden bevorderd in het kader van de bevorderingsronde 2005, en van haar besluit tot vaststelling van de lijst van ambtenaren die in het kader van genoemde bevorderingsronde zijn bevorderd, voor zover de naam van verzoeker hier niet in is opgenomen.

Ter ondersteuning van haar hogere voorziening voert de Commissie drie middelen tot vernietiging aan, die identiek zijn aan die welke in het kader van zaak T-51/08 P, Commissie/Dittert, zijn aangevoerd.