19.7.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 183/21


Beroep ingesteld op 3 januari 2008 — EMSA/Portugal

(Zaak T-4/08)

(2008/C 183/44)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij: Europees Agentschap voor maritieme veiligheid (European Maritime Safety Agency) (EMSA) (vertegenwoordigers: E. Pache en J. Menze, gemachtigden)

Verwerende partij: Portugese Republiek

Conclusies

Het Europees Agentschap voor maritieme veiligheid verzoekt het Gerecht van eerste aanleg om een uitspraak krachtens artikel 14, tweede volzin, van de Zetelovereenkomst, houdende vaststelling:

dat de Portugese regering gebonden is door de bepalingen van de Zetelovereenkomst, een instrument van volkenrecht binnen de toepassingssfeer van het gemeenschapsrecht dat door Portugal niet eenzijdig kan worden gewijzigd, ook niet via nationale wetgeving;

dat de Portugese regering er volgens de Zetelovereenkomst voor dient te zorgen dat de personeelsleden van het Europees Agentschap voor maritieme veiligheid en hun familieleden het recht hebben om uit het land van hun laatste woonplaats of het land waarvan zij de nationaliteit bezitten, voertuigen die zij onder marktvoorwaarden in dat land hebben gekocht, vrij van belasting en zonder verboden of beperkingen in te voeren, binnen vijf jaar nadat zij in dienst van het Agentschap zijn getreden en bij wege van maximaal twee verschepingen, en dat de toepassing van deze bepaling van de Zetelovereenkomst door de bevoegde Portugese autoriteiten thans en in het verleden niet strookt met deze verplichting;

dat de Portugese regering inzonderheid gehouden is, op verzoek voertuigen die de personeelsleden van het Agentschap en hun familieleden in het land van hun laatste woonplaats of het land waarvan zij de nationaliteit bezitten, onder marktvoorwaarden hebben gekocht, als bijzondere categorie, vrij van belasting en zonder verboden of beperkingen, in te schrijven;

dat de Portugese regering er volgens de Zetelovereenkomst voor dient te zorgen dat de personeelsleden van het Europees Agentschap voor maritieme veiligheid en hun familieleden dezelfde voorrechten en immuniteiten, vrijstellingen en faciliteiten genieten als die welke Portugal aan de leden van vergelijkbare categorieën diplomatiek personeel in de Portugese Republiek toekent, en dat de toepassing van deze bepaling van de Zetelovereenkomst door de bevoegde Portugese autoriteiten thans en in het verleden niet strookt met deze verplichting;

dat de Portugese regering inzonderheid gehouden is om de tot en met juli 2007 geldende regels en bepalingen betreffende de registratie en de belasting van voertuigen van diplomatiek personeel, toe te passen jegens de personeelsleden van het Europees Agentschap voor maritieme veiligheid die voor die datum in dienst zijn getreden, alsook jegens hun familieleden;

dat de Portugese regering gehouden is om in alle andere gevallen de sinds juli 2007 geldende regels en bepalingen betreffende de registratie en de belasting van voertuigen van diplomatiek personeel toe te passen;

dat de Portugese regering ervoor dient te zorgen dat de personeelsleden van het Europees Agentschap voor maritieme veiligheid en hun familieleden in wezen dezelfde voorrechten en immuniteiten, vrijstellingen en faciliteiten genieten als die welke Portugal aan de leden van vergelijkbare categorieën diplomatiek personeel in de Portugese Republiek toekent, en dat de vroegere en huidige praktijk van de bevoegde Portugese autoriteiten om verzoeken om registratie van voertuigen van personeelsleden van het Europees Agentschap voor maritieme veiligheid en hun familieleden niet te behandelen, in strijd is met deze verplichting;

dat de bepalingen van de Zetelovereenkomst niet aldus kunnen worden uitgelegd en toegepast dat de personeelsleden van het Europees Agentschap voor maritieme veiligheid en hun familieleden met betrekking tot de overbrenging van gebruikte voertuigen op het Portugese grondgebied niet minstens dezelfde rechten hebben als elke andere EU-onderdaan die in Portugal gaat wonen;

dat als een redelijke termijn voor de behandeling van verzoeken om registratie van voertuigen van de personeelsleden van het Europees Agentschap voor maritieme veiligheid en hun familieleden overeenkomstig de Zetelovereenkomst kan worden aangemerkt, een termijn van niet langer dan twee maanden, en

dat de Portugese Republiek volgens artikel 87, lid 2, van het Reglement voor de procesvoering van het Gerecht van eerste aanleg dient te worden verwezen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Het Europees Agentschap voor maritieme veiligheid (hierna: „EMSA” of „Agentschap”) is opgericht bij verordening (EG) nr. 1406/2002 (1) en is gevestigd te Lissabon. Op 28 juli 2004 is tussen de regering van de Portugese Republiek en het EMSA een Protocol (2) ondertekend (hierna: „Zetelovereenkomst”). De Zetelovereenkomst regelt de betrekkingen tussen het EMSA en Portugal als zijn gastland en het is van toepassing op het Agentschap en zijn personeel.

Verzoeker voert aan dat de Portugese regering — zonder enig voorafgaand verzoek of voorstel van het EMSA — heeft voorgesteld om in deze Zetelovereenkomst voor het Agentschap en zijn personeelsleden een reeks voorrechten en immuniteiten, vrijstellingen en faciliteiten op te nemen, waarbij grotendeels de bepalingen waren overgenomen van het Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Gemeenschappen (hierna: „Protocol”), maar waarin ook extra faciliteiten werden vastgelegd. Voorts stelt hij dat de tekst van de voorgestelde overeenkomst overeenstemde met die van de overeenkomst die op 26 juni 1996 is gesloten tussen Portugal en het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving (European Monitoring Centre for Drugs and Drug Addiction) (hierna: „EMCDDA”), inzonderheid wat de registratie van voertuigen betreft.

In september 2005 is tussen de Portugese regering enerzijds, en EMSA en EMCDDA anderzijds, een werkgroep opgericht teneinde de voor de uitvoering van deze twee Zetelovereenkomsten of Protocols noodzakelijke gedetailleerde administratieve bepalingen op te stellen.

Verzoeker betoogt dat de Portugese autoriteiten, door de door het personeel van het EMSA ingediende verzoeken om registratie van voertuigen niet in behandeling te nemen, hun verplichtingen niet zijn nagekomen die in de Zetelovereenkomst zijn vastgesteld ter verduidelijking van de uit het Protocol voortvloeiende verplichtingen, welk Protocol overeenkomstig artikel 7 van verordening (EG) nr. 1406/2002 van toepassing is op het EMSA. Voorts stelt verzoeker dat de Portugese autoriteiten jegens de personeelsleden van het EMSA en hun familieleden niet de relevante geldende Portugese wettelijke regeling hebben toegepast, terwijl zij deze wel hebben toegepast jegens EMCDDA en diplomatieke vertegenwoordigingen. Deze handelwijze heeft volgens verzoeker de werking van het EMSA aanzienlijk belemmerd, aangezien voertuigen die waren gekocht met het gewettigd vertrouwen dat de bestaande regels zouden worden toegepast, niet konden worden geregistreerd. Tevens dienden voertuigen die uit het land van de vroegere woonplaats of uit de staat waarvan de personeelsleden de nationaliteit bezitten zijn overgebracht, verder te worden gebruikt met kentekens van de lidstaat van de vroegere woonplaats, in weerwil van de regels van deze staat houdende de verplichting tot uitschrijving van die voertuigen. Kort gezegd stelt verzoeker dat de beslissing van de Portugese autoriteiten om verzoeken om registratie van voertuigen niet te behandelen, een aantal ernstige wettelijke en administratieve moeilijkheden heeft meegebracht voor zijn personeelsleden, die geen andere keuze hadden dan hun voertuig te gebruiken zonder te voldoen aan hun verplichtingen inzake registratie, verzekering en technische controle.

Wat de bevoegdheid van het Gerecht betreft, stelt hij vervolgens dat het Hof van Justitie overeenkomstig artikel 8, lid 2, van verordening (EG) nr. 1406/2002 rechtsmacht heeft om uitspraak te doen krachtens een arbitrageclausule in een door het Agentschap gesloten contract, en dat volgens artikel 14 van de Zetelovereenkomst geschillen met betrekking tot de toepassing van deze overeenkomst door een ad hoc groep van vier leden dienen te worden onderzocht. Geschillen die op die manier niet kunnen worden opgelost, moeten worden voorgelegd aan het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen.

Volgens verzoeker is de procedure voor geschillenregeling van artikel 14 van de Zetelovereenkomst zonder resultaat gebleven en heeft het Hof van Justitie dan ook rechtsmacht om uitspraak te doen over het onderhavige geschil betreffende de uitlegging van de Zetelovereenkomst, aangezien artikel 238 EG bepaalt dat het Hof van Justitie bevoegd is uitspraak te doen krachtens een arbitragegeding vervat in een door of namens de Gemeenschap gesloten overeenkomst, terwijl volgens artikel 5, lid 1, van verordening (EG) nr. 1406/2002 het Agentschap een orgaan is van de Gemeenschap en artikel 225 EG bepaalt dat het Gerecht van eerste aanleg bevoegd is in eerste aanleg kennis te nemen van de in artikel 238 EG bedoelde beroepen.

Voorts verzoekt verzoeker het Gerecht, te verklaren dat de Zetelovereenkomst een instrument van volkenrecht binnen de toepassingssfeer van het gemeenschapsrecht is dat de Portugese autoriteiten bindt en niet eenzijdig kan worden gewijzigd. Bovendien verzoekt hij, te verklaren dat de behandeling van verzoeken om registratie van voertuigen van zijn personeelsleden in strijd is met de bepalingen van het Protocol en dat de Portugese autoriteiten gehouden zijn, de relevante bepalingen van het Protocol binnen een redelijke termijn toe te passen. Ten slotte stelt hij dat de Zetelovereenkomst niet aldus kan worden uitgelegd dat de personeelsleden van het EMSA met betrekking tot de registratie van voertuigen niet minstens dezelfde rechten hebben als elke andere EU-onderdaan die in Portugal gaat wonen.


(1)  Verordening (EG) nr. 1406/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 27 juni 2002 tot oprichting van een Europees Agentschap voor maritieme veiligheid (PB 2002, L 208, blz. 1).

(2)  Bekendgemaakt in het Portugese publicatieblad nr. 224 van 22 september 2004, blz. 6073, te raadplegen op de website van het EMSA: http://www.emsa.europa.eu/Docs/legis/protocol%20pt%20government%20and%20emsa.pdf