8.3.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 64/54


Beroep ingesteld op 2 januari 2008 — Landesanstalt für Medien Nordrhein-Westfalen/Commissie

(Zaak T-2/08)

(2008/C 64/86)

Procestaal: Duits

Partijen

Verzoekende partij: Landesanstalt für Medien Nordrhein-Westfalen (LfM) (Düsseldorf, Duitsland) (vertegenwoordigers: A. Rosenfeld en G.-B. Lehr, advocaten)

Verwerende partij: Commissie van de Europese Gemeenschappen

Conclusies

nietig te verklaren beschikking C(2007) 5109 def. van de Commissie van 23 oktober 2007 inzake staatssteun die de Bondsrepubliek Duitsland voornemens is toe te kennen ten gunste van de invoering van digitale terrestrische televisie (DVB-T) in Nordrhein-Westfalen;

de Commissie te verwijzen in de kosten van de procedure.

Middelen en voornaamste argumenten

Verzoekster komt op tegen beschikking C(2007) 5109 def. van de Commissie van 23 oktober 2007 inzake staatsteun C 34/06 (ex N 29/05 en ex CP 13/04), waarbij de Commissie heeft vastgesteld dat de staatssteun die de Bondsrepubliek Duitsland, voornemens is toe te kennen aan de commerciële omroepen in het kader van de invoering van digitale terrestrische televisie in Nordrhein-Westfalen en die bij de Commissie is aangemeld, onverenigbaar is met de gemeenschappelijke markt.

Tot staving van haar beroep stelt verzoekster in de eerste plaats dat de bestreden beschikking in strijd is met artikel 87, lid 1, EG, aangezien ten onrechte is bevestigd dat de maatregel het karakter van steun heeft. In dit verband wordt eveneens schending van artikel 253 EG aangevoerd.

Bovendien wordt betoogd dat in het kader van de toetsing aan artikel 87, lid 3, sub c, EG een ontoelaatbaar onderzoeksschema is gehanteerd. In dit verband stelt verzoekster voorts dat misbruik van bevoegdheid is gemaakt en beoordelingsfouten zijn begaan, alsmede dat artikel 253 EG is geschonden.

Wegens misbruik van bevoegdheid en beoordelingsfouten wordt verder schending van artikel 87, lid 3, sub b en d, EG aangevoerd.

Ten slotte betoogt verzoekster dat de betrokken maatregel in ieder geval onder de in artikel 86, lid 2, EG bedoelde uitzondering valt. Ook in dit verband wordt schending van artikel 253 EG gesteld.