Beschikking van het Hof (Zesde kamer) van 13 november 2008 — Kastrinaki/AHEPA

(Gevoegde zaken C-180/08 en C-186/08)

„Artikel 104, lid 3, eerste alinea, van Reglement voor procesvoering — Richtlijn 89/48/EEG — Erkenning van diploma’s — Opleiding in door gaststaat niet als onderwijsinstelling erkend „practicum vrije studie” — Psychologe”

Vrij verkeer van personen — Vrijheid van vestiging — Werknemers — Erkenning van hogeronderwijsdiploma’s waarmee beroepsopleidingen van ten minste drie jaar worden afgesloten — Richtlijn 89/48 (Richtlijn 89/48 van de Raad, art. 3) (cf. punten 50-53 en dictum)

Voorwerp

Verzoek om een prejudiciële beslissing — Dioikitiko Efeteio Thessalonikis — Uitlegging van de artikelen 1, 2, 3 en 4 van richtlijn 89/48/EEG van de Raad van 21 december 1988 betreffende een algemeen stelsel van erkenning van hoger-onderwijsdiploma’s waarmee beroepsopleidingen van ten minste drie jaar worden afgesloten (PB L 19, blz. 16) — Uitlegging van de artikelen 39, lid 1, 10, lid 1, 43, 47, lid 1, 49, 55, 149 en 150 EG — Staatsburger van een lidstaat die in de lidstaat van ontvangst een gereglementeerd beroep heeft uitgeoefend vóór en na de erkenning van de gelijkwaardigheid van het beroep waartoe zijn in een andere lidstaat verkregen academische kwalificaties toegang geven — Eerdere voltooiing van een deel van de universitaire studie, krachtens een franchiseovereenkomst, aan een instituut dat niet als instelling voor universitair onderwijs is erkend door de lidstaat van ontvangst — Mogelijkheid, wegens de niet-erkenning van die kwalificaties, om de werknemer uit te sluiten van de uitoefening van zijn beroep

Dictum

Ingevolge artikel 3 van richtlijn 89/48/EEG van de Raad van 21 december 1988 betreffende een algemeen stelsel van erkenning van hoger-onderwijsdiploma’s waarmee beroepsopleidingen van ten minste drie jaar worden afgesloten, dienen de bevoegde autoriteiten van een ontvangende lidstaat een staatsburger van een lidstaat die houder is van een door een bevoegde autoriteit van een andere lidstaat afgegeven diploma in de zin van die richtlijn, toe te staan zijn beroep onder dezelfde voorwaarden uit te oefenen als houders van nationale diploma’s, ook indien dat diploma

een opleiding afsluit die geheel of gedeeltelijk is gevolgd aan een in de lidstaat van ontvangst gelegen instelling die volgens de wetgeving van deze laatste staat niet als onderwijsinstelling is erkend, en

door de bevoegde nationale autoriteiten niet officieel is erkend.


Beschikking van het Hof (Zesde kamer) van 13 november 2008 — Kastrinaki/AHEPA

(Gevoegde zaken C-180/08 en C-186/08)

„Artikel 104, lid 3, eerste alinea, van Reglement voor procesvoering — Richtlijn 89/48/EEG — Erkenning van diploma’s — Opleiding in door gaststaat niet als onderwijsinstelling erkend „practicum vrije studie” — Psychologe”

Vrij verkeer van personen — Vrijheid van vestiging — Werknemers — Erkenning van hogeronderwijsdiploma’s waarmee beroepsopleidingen van ten minste drie jaar worden afgesloten — Richtlijn 89/48 (Richtlijn 89/48 van de Raad, art. 3) (cf. punten 50-53 en dictum)

Voorwerp

Verzoek om een prejudiciële beslissing — Dioikitiko Efeteio Thessalonikis — Uitlegging van de artikelen 1, 2, 3 en 4 van richtlijn 89/48/EEG van de Raad van 21 december 1988 betreffende een algemeen stelsel van erkenning van hoger-onderwijsdiploma’s waarmee beroepsopleidingen van ten minste drie jaar worden afgesloten (PB L 19, blz. 16) — Uitlegging van de artikelen 39, lid 1, 10, lid 1, 43, 47, lid 1, 49, 55, 149 en 150 EG — Staatsburger van een lidstaat die in de lidstaat van ontvangst een gereglementeerd beroep heeft uitgeoefend vóór en na de erkenning van de gelijkwaardigheid van het beroep waartoe zijn in een andere lidstaat verkregen academische kwalificaties toegang geven — Eerdere voltooiing van een deel van de universitaire studie, krachtens een franchiseovereenkomst, aan een instituut dat niet als instelling voor universitair onderwijs is erkend door de lidstaat van ontvangst — Mogelijkheid, wegens de niet-erkenning van die kwalificaties, om de werknemer uit te sluiten van de uitoefening van zijn beroep

Dictum

Ingevolge artikel 3 van richtlijn 89/48/EEG van de Raad van 21 december 1988 betreffende een algemeen stelsel van erkenning van hoger-onderwijsdiploma’s waarmee beroepsopleidingen van ten minste drie jaar worden afgesloten, dienen de bevoegde autoriteiten van een ontvangende lidstaat een staatsburger van een lidstaat die houder is van een door een bevoegde autoriteit van een andere lidstaat afgegeven diploma in de zin van die richtlijn, toe te staan zijn beroep onder dezelfde voorwaarden uit te oefenen als houders van nationale diploma’s, ook indien dat diploma

een opleiding afsluit die geheel of gedeeltelijk is gevolgd aan een in de lidstaat van ontvangst gelegen instelling die volgens de wetgeving van deze laatste staat niet als onderwijsinstelling is erkend, en

door de bevoegde nationale autoriteiten niet officieel is erkend.