7.3.2009 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 55/14 |
Beroep ingesteld op 22 december 2008 — Commissie van de Europese Gemeenschappen/Italiaanse Republiek
(Zaak C-572/08)
(2009/C 55/22)
Procestaal: Italiaans
Partijen
Verzoekende partij: Commissie van de Europese Gemeenschappen (vertegenwoordigers: A. Aresu e W. Mölls, gemachtigden)
Verwerende partij: Italiaanse Republiek
Conclusies
— |
vaststellen dat de Italiaanse Republiek de verplichtingen niet is nagekomen die op haar rusten krachtens artikel 90 EG, door een belastingvoordeel te verlenen voor geregenereerde smeerolie die is vervaardigd uit afgewerkte olie die is ingezameld in Italië, maar te weigeren dit voordeel te verlenen voor geregenereerde smeerolie die is vervaardigd uit afgewerkte olie die in andere lidstaten is ingezameld (overeenkomstig artikel 62 van de gecoördineerde tekst van de wettelijke bepalingen inzake belastingen op de productie en het verbruik en de strafrechtelijke en administratieve sancties ter zake, goedgekeurd bij decreto legislativo nr. 504 van 26 oktober 1995, zoals uitgelegd in rondzendbrief nr. 24/D van de belastingadministratie van 5 mei 2004, en artikel 1, lid 116, van wet nr. 266 van 23 december 2005); |
— |
de Italiaanse Republiek verwijzen in de kosten. |
Middelen en voornaamste argumenten
De Commissie verwijt de Italiaanse autoriteiten dat zij een systeem van belastingvoordelen voor geregenereerde smeerolie handhaven dat de nationale productie bevoordeelt ten nadele van de productie in de andere lidstaten. Dit is kennelijk in strijd met het beginsel van non-discriminatie, dat op fiscaal gebied is vervat in artikel 90 EG.
Dit systeem stemt overeen met een systeem van belastingvoordelen dat het Hof van Justitie reeds in 1980 heeft veroordeeld. De argumenten op basis waarvan Italië stelt dat het nieuwe systeem rechtmatig is, kunnen deze keuze niet rechtvaardigen.