15.8.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 209/26


Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Nejvyšší správní soud/Tsjechische Republiek op 30 mei 2008 — Milan Kyrian/Celní úřad Tábor

(Zaak C-233/08)

(2008/C 209/38)

Procestaal: Tsjechisch

Verwijzende rechter

Nejvyšší správní soud

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Milan Kyrian

Verwerende partij: Celní úřad Tábor

Prejudiciële vragen

1)

Moet artikel 12, lid 3, van richtlijn 76/308/EEG (1) van de Raad van 15 maart 1976 betreffende de wederzijdse bijstand inzake de invordering van schuldvorderingen die voortvloeien uit bepaalde bijdragen, rechten en belastingen, alsmede uit andere maatregelen, aldus worden uitgelegd, dat wanneer uitvoeringsmaatregelen betreffende een schuldvordering worden betwist voor de nationale rechter van een lidstaat waarin de aangezochte autoriteit is gevestigd, deze rechter bevoegd is overeenkomstig het recht van die lidstaat te onderzoeken of de akte die de tenuitvoerlegging mogelijk maakt (executoriale titel), uitvoerbaar is en aan de schuldenaar behoorlijk is betekend?

2)

Volgt uit algemene beginselen van gemeenschapsrecht, met name uit de beginselen van het recht op een eerlijk proces, van behoorlijk bestuur en van de rechtsstaat, dat de betekening aan de schuldenaar van de akte die de tenuitvoerlegging mogelijk maakt (executoriale titel), in een taal die deze niet begrijpt en die daarenboven geen officiële taal is van het land waarin zij aan de schuldenaar wordt betekend, een gebrek uitmaakt op grond waarvan tenuitvoerlegging op basis van een dergelijke akte die de tenuitvoerlegging mogelijk maakt (executoriale titel), kan worden geweigerd?


(1)  PB L 73, blz. 18.