7.6.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 142/17


Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Rechtbank van eerste aanleg te Brugge (België) op 31 maart 2008 — C. Cloet en J. Cloet tegen Westvlaamse Intercommunale voor Economische Expansie, Huisvestingsbeleid en Technische Bijstand CVBA (WVI)

(Zaak C-129/08)

(2008/C 142/27)

Procestaal: Nederlands

Verwijzende rechter

Rechtbank van eerste aanleg te Brugge

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekers: C. Cloet en J. Cloet

Verweerster: Westvlaamse Intercommunale voor Economische Expansie, Huisvestingsbeleid en Technische Bijstand CVBA (WVI)

Prejudiciële vragen

1.

Is te aanzien als verenigbaar met de gemeenschappelijke markt het financieel voordeel, verstrekt aan de NV. Metafox door het Vlaamse Gewest/de Vlaamse Gemeenschap langs het kanaal om van het gedecentraliseerd overheidsorgaan, te weten de W.V.I., in de vorm van de voorkeursprijs voor aankoop van een terrein nijverheidsgrond van 1 ha 82 a 74 ca, en die het W.V.I. tot uitvoering heeft gebracht voor een in de akte verkoop „pro fisco” vermeld bedrag van 294 394,14 euro ten aanzien van de in werkelijkheid betaalde voorkeursprijs van 91 720,60 euro, dit alles mede in de wetenschap dat de kostprijs voor aankoop van dergelijke industrie-nijverheidsgrond in normale omstandigheden en op basis van gemiddelde waarden voor industrie- en nijverheidsgrond aldaar 1 007 926,40 euro bedraagt ?

2.

Bevoordeligt het Vlaamse Gewest/de Vlaamse Gemeenschap langs het kanaal om van de W.V.I., via een dergelijke maatregel van onteigening en navolgende verkoop aan de NV. Metafox (in concreto de door de NV. Metafox te betalen voorkeursprijs ad 91 720,60 euro) de begunstigde onderneming, de NV. Metafox, niet indirect door de NV. Metafox rechtstreeks een economisch voordeel te verschaffen (t.w. het verschil tussen de betaalde prijs en de in de akte „pro fisco” vermelde verkoopprijs), nu de begunstigde onderneming, de NV. Metafox, deze terreinen niet had kunnen verkrijgen onder normale marktvoorwaarden (1 007 926,40 euro), noch tegen de 'pro fisco' vastgestelde verkoopsprijs (294 394,14 euro)?

Kan men bijgevolg dergelijke maatregel van de W.V.I. (in concreto de verkoop van industriegrond tegen de werkelijk betaalde voorkeursprijs) kwalificeren als een financieel voordeel dat strijdig is met art. 87, lid 1, EG?

3.

Dient bij toepassing van art. 88, par. 3, EG een dergelijke maatregel en het verstrekte financieel voordeel geboden door het Vlaamse Gewest/de Vlaamse Gemeenschap, aangemeld te worden aan de Europese Commissie?