Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 12 november 2009 – SLG Carbon/Commissie

(Zaak C‑564/08 P)

„Hogere voorziening – Mededinging – Mededingingsregelingen – Artikel 81 EG en artikel 53 EER-Overeenkomst – Markt voor elektrische en mechanische koolstof‑ en grafietproducten – Artikel 15, lid 2, van verordening nr. 17 – Richtsnoeren voor berekening van geldboeten – Relevante omzet en relevant marktaandeel – Waarde van consumptie ‚van niet voor markt bestemde hoeveelheden’ – Gelijkheidsbeginsel – Evenredigheidsbeginsel”

1.                     Hogere voorziening – Middelen – Middel voor het eerst aangevoerd in hogere voorziening – Niet-ontvankelijkheid – Hogere voorziening tegen arrest van Gerecht in mededingingszaak (cf. punten 22‑23, 25, 31)

2.                     Mededinging – Geldboeten – Bedrag – Vaststelling – Omzet die in aanmerking is genomen – Waarde van bedrijfsinterne leveringen – Daaronder begrepen (Verordening nr. 17 van de Raad, art. 15, lid 2) (cf. punt 30)

3.                     Mededinging – Geldboeten – Bedrag – Vaststelling – Indeling van betrokken ondernemingen in categorieën met specifiek uitgangsbedrag – Toelaatbaarheid (Verordening nr. 17 van de Raad, art.  15, lid 2; mededeling 98/C 9/03 van de Commissie, punt 1 A) (cf. punten 43, 45, 49, 56)

4.                     Hogere voorziening – Bevoegdheid van Hof – Weer in geding brengen, op billijkheidsgronden, van oordeel van Gerecht over bedrag van aan onderneming opgelegde geldboete – Daarvan uitgesloten – Toetsing beperkt tot controle of Gerecht rekening heeft gehouden met wezenlijke factoren voor beoordeling van zwaarte van inbreuk en met alle tegen opgelegde geldboete aangevoerde argumenten (cf. punten 58‑59)

Voorwerp

Hogere voorziening tegen het arrest van het Gerecht van eerste aanleg (Vijfde kamer) van 8 oktober 2008, SGL Carbon / Commissie (T‑68/04), houdende verwerping van het beroep van rekwirante strekkende tot nietigverklaring van beschikking 2004/420/EG van de Commissie van 3 december 2003 in een procedure op grond van artikel 81 EG en artikel 53 EER-Overeenkomst betreffende een mededingingsregeling op de markt voor elektrische en mechanische koolstof‑ en grafietproducten, of, subsidiair, tot verlaging van de haar opgelegde geldboete – Niet-inaanmerkingneming van het betoog van de verzoekende partij betreffende de meerekening van de waarde van de consumptie van niet voor de markt bestemde hoeveelheden bij de berekening van de omzet en het marktaandeel van de betrokken ondernemingen, op grond dat het daarbij om een niet-ontvankelijke nieuwe grief gaat – Schending van evenredigheidsbeginsel en van gelijkheidsbeginsel

Dictum

1)

De hogere voorziening wordt afgewezen.

2)

SGL Carbon AG wordt verwezen in de kosten.