1. Vrij verkeer van personen – Vrijheid van vestiging – Vrij verrichten van diensten – Afwijkingen – Werkzaamheden ter uitoefening van openbaar gezag – Werkzaamheden van notaris – Daarvan uitgesloten – Nationaliteitsvoorwaarde voor toegang tot beroep van notaris – Ontoelaatbaarheid
(Art. 43 EG en 45, eerste alinea, EG)
2. Beroep wegens niet-nakoming – Onderzoek van gegrondheid door Hof – In aanmerking te nemen situatie – Situatie bij verstrijken van in met redenen omkleed advies gestelde termijn – Situatie van onzekerheid voortvloeiend uit bijzondere omstandigheden die zich tijdens wetgevingsprocedure hebben voorgedaan – Geen niet-nakoming
(Art. 43 EG, 45, eerste alinea, EG en 226 EG; richtlijn 2005/36 van het Europees Parlement en de Raad)
1. Komt de krachtens artikel 43 EG op hem rustende verplichtingen niet na een lidstaat waarvan de regeling een nationaliteitsvoorwaarde stelt voor de toegang tot het beroep van notaris, wanneer de werkzaamheden waarmee de notarissen in de rechtsorde van deze lidstaat zijn belast, geen deelneming aan de uitoefening van het openbaar gezag in de zin van artikel 45, eerste alinea, EG inhouden. In dit verband vormt artikel 45, eerste alinea, EG een uitzondering op de basisregel van vrijheid van vestiging, die aldus moet worden uitgelegd dat zij niet verder gaat dan wat strikt noodzakelijk is ter vrijwaring van de belangen die deze bepaling de lidstaten toestaat te beschermen. Voorts moet deze uitzondering beperkt blijven tot werkzaamheden die, op zichzelf beschouwd, een rechtstreekse en specifieke deelneming aan de uitoefening van het openbaar gezag vormen.
Om te beoordelen of de werkzaamheden waarmee de notarissen zijn belast, een rechtstreekse en specifieke deelneming aan de uitoefening van het openbaar gezag inhouden, moet rekening worden gehouden met de aard van de door de notarissen verrichte werkzaamheden. In dit verband houden de verschillende door de notarissen uitgeoefende werkzaamheden, in weerwil van de belangrijke rechtsgevolgen die aan hun handelingen worden toegekend, geen rechtstreekse en specifieke deelneming aan de uitoefening van het openbaar gezag in de zin van artikel 45, eerste alinea, EG in, aangezien hetzij de wil van de partijen hetzij het toezicht door of de beslissing van de rechter van bijzonder belang zijn.
Wat enerzijds de authentieke akten betreft, worden immers alleen de akten of overeenkomsten geauthenticeerd waarmee de partijen vrijwillig hebben ingestemd, en mag de notaris de door hem te authenticeren overeenkomst niet zonder voorafgaande toestemming van de partijen eenzijdig wijzigen. Daarbij komt dat, ofschoon de op de notarissen rustende controleplicht een doel van algemeen belang nastreeft, het enkele nastreven van dit doel niet kan rechtvaardigen dat de daartoe vereiste bevoegdheden uitsluitend aan notarissen met de nationaliteit van de betrokken lidstaat worden voorbehouden, en ook niet volstaat om een werkzaamheid aan te merken als werkzaamheid waarmee rechtstreeks en specifiek aan de uitoefening van het openbaar gezag wordt deelgenomen.
Wat anderzijds de uitvoerbaarheid betreft, wordt een authentieke akte weliswaar uitvoerbaar zodra zij door de notaris van het verlof tot tenuitvoerlegging is voorzien, doch berust de uitvoerbaarheid op de wil van de partijen om een akte te laten verlijden of een overeenkomst te sluiten, nadat de notaris de overeenstemming daarvan met de wet heeft gecontroleerd, en om aan die akte of overeenkomst uitvoerbaarheid te verlenen. Op dezelfde wijze is de bewijskracht van een notariële akte een onderdeel van de bewijsregeling en heeft zij dus geen rechtstreekse invloed op het antwoord op de vraag of het opmaken van die akte, op zich beschouwd, een rechtstreekse en specifieke deelneming aan de uitoefening van het openbaar gezag vormt, temeer daar de notariële akte de rechter niet onvoorwaardelijk bindt bij het gebruik van zijn beoordelingsvrijheid, maar deze beslist op basis van zijn innige overtuiging.
Hetzelfde geldt voor andere werkzaamheden waarmee de notaris is belast, zoals de taken in het kader van de gedwongen tenuitvoerlegging, waarbij hij voornamelijk de executieverkoop verricht, en het opstellen van de verkoopvoorwaarden in geval van een veiling, de werkzaamheden in het kader van de bijzondere vereffening van ondernemingen in moeilijkheden, de interventie in geval van niet-aanvaarding of niet-betaling van wissels of cheques, transacties en akten zoals de vestiging en de overdracht van zakelijke rechten op onroerend goed, schenking van onroerend goed, de vrijwillige erkenning van vaderschap en legaten, de akten van oprichting van vennootschappen en stichtingen.
Wat ten slotte het specifieke statuut van de notaris betreft, vloeit ten eerste uit het feit dat de kwaliteit van de verrichte diensten van notaris tot notaris kan verschillen naargelang van met name de professionele vaardigheden van de betrokkene, voort dat de notarissen binnen de grenzen van hun respectieve territoriale bevoegdheden hun ambt uitoefenen in mededingingsomstandigheden, wat niet typerend is voor de uitoefening van het openbaar gezag. Ten tweede zijn de notarissen jegens hun cliënten rechtstreeks en persoonlijk aansprakelijk voor schade die het gevolg is van bij de uitoefening van hun werkzaamheden gemaakte fouten.
(cf. punten 74, 76‑77, 79‑84, 86‑88, 91‑97, 99‑100, 102‑107, 110)
2. Wanneer tijdens de wetgevingsprocedure bijzondere omstandigheden, zoals het ontbreken van een duidelijke standpuntbepaling van de wetgever of het ontbreken van duidelijkheid over de afbakening van de werkingssfeer van een bepaling van het recht van de Unie, een situatie van onzekerheid doen ontstaan, is het niet mogelijk vast te stellen dat bij het verstrijken van de in het met redenen omkleed advies gestelde termijn op de lidstaten een voldoende duidelijke verplichting rustte om een richtlijn in nationaal recht om te zetten.
(cf. punten 130‑132)