28.8.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 234/8


Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 1 juli 2010 — Europese Commissie/Bondsrepubliek Duitsland

(Zaak C-442/08) (1)

(Niet-nakoming - Associatieovereenkomst EEG-Hongarije - Controle achteraf - Niet-naleving van oorsprongsregels - Beslissing van autoriteiten van land van uitvoer - Beroep in rechte - Controlemissie van Commissie - Douanerechten - Navordering - Eigen middelen - Terbeschikkingstelling - Vertragingsrente)

2010/C 234/11

Procestaal: Duits

Partijen

Verzoekende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: A. Caeiros en B. Conte, gemachtigden)

Verwerende partij: Bondsrepubliek Duitsland (vertegenwoordigers: M. Lumma en B. Klein, gemachtigden)

Voorwerp

Niet-nakoming — Schending van de artikelen 2, 6, 9, 10 en 11 van verordening (EEG, Euratom) nr. 1552/89 van de Raad van 29 mei 1989 houdende toepassing van besluit 88/376/EEG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Gemeenschappen (PB L 155, blz. 1) en van de overeenkomstige bepalingen van verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000 houdende toepassing van besluit 94/728/EG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 130, blz. 1) — Te late betaling van de eigen middelen van de Gemeenschappen in geval van navordering van invoerrechten, en weigering om vertragingsrente te betalen — Verplichting van de lidstaat van invoer om onverwijld over te gaan tot navordering van de invoerrechten met betrekking tot goederen waarvan het oorsprongscertificaat door de autoriteiten van de staat van uitvoer ongeldig is verklaard — Verplichting van de lidstaat van invoer om de vertragingsrente te betalen die verschuldigd is in geval van te late boeking van de eigen middelen betreffende douaneschulden die zijn verjaard wegens het stilzitten van deze autoriteiten tijdens de in de staat van uitvoer ingestelde procedures in rechte strekkende tot nietigverklaring van de beslissingen waarbij de certificaten van oorsprong ongeldig zijn verklaard

Dictum

1)

Door, ondanks de ontvangst van een mededeling in het kader van de administratieve bijstand, douanevorderingen te hebben laten verjaren en de hiervoor verschuldigde eigen middelen te laat te hebben afgedragen, en te weigeren de opgelopen vertragingsrente te betalen, is de Bondsrepubliek Duitsland de verplichtingen niet nagekomen die op haar rusten krachtens de artikelen 2, 6 en 9 tot en met 11 van verordening (EEG, Euratom) nr. 1552/89 van de Raad van 29 mei 1989 houdende toepassing van besluit 88/376/EEG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Gemeenschappen, en krachtens dezelfde artikelen van verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000 houdende toepassing van besluit 94/728/EG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen.

2)

De Bondsrepubliek Duitsland wordt verwezen in de kosten.


(1)  PB C 6 van 10.01.2009.