1.8.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 180/18


Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 4 juni 2009 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Commissione tributaria regionale di Trieste — Italië) — Agenzia Dogane Ufficio delle Dogane di Trieste/Pometon SpA

(Zaak C-158/08) (1)

(Communautair douanewetboek - Verordening (EG) nr. 384/96 - Beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap - Verordening (EG, Euratom) nr. 2988/95 - Bescherming van financiële belangen van Europese Gemeenschappen - Verwerking onder regeling actieve veredeling - Onregelmatige praktijk)

2009/C 180/29

Procestaal: Italiaans

Verwijzende rechter

Commissione tributaria regionale di Trieste

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Agenzia Dogane Ufficio delle Dogane di Trieste

Verwerende partij: Pometon SpA

Voorwerp

Verzoek om een prejudiciële beslissing — Commissione tributaria regionale di Trieste — Uitlegging van de artikelen 114, 117 (c), 202, 204, 212 en 214 van verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (PB L 302, blz. 1) en van artikel 13 verordening (EG) nr. 384/96 van de Raad van 22 december 1995 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap (PB L 56, blz. 1) — Invoer van ruw magnesium, van oorsprong uit China, in het douanegebied van de Gemeenschap — Invoer verricht via een in een derde staat gevestigde onderneming die niet onder de antidumpingmaatregelen valt — Verwerking van het magnesium, in het kader van de actieve veredelingsregeling, door een in een lidstaat gevestigde onderneming die verbonden is met de in de derde staat gevestigde onderneming — Wederuitvoer als veredelingsproduct naar die derde staat vrij van invoerrechten — Onmiddellijke verkoop van het product door de onderneming van de derde staat aan de verwerkende onderneming van de lidstaat

Dictum

1)

Artikel 13 van verordening (EG) nr. 384/96 van de Raad van 22 december 1995 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap, is niet van toepassing bij gebreke van een op voorstel van de Commissie van de Europese Gemeenschappen genomen besluit van de Raad van de Europese Unie om de toepassing van de antidumpingrechten uit te breiden tot de invoer van soortgelijke producten, of delen daarvan, uit derde landen.

2)

Een verrichting waarbij goederen louter over de grens worden gebracht nadat deze goederen tot niet aan antidumpingrechten onderworpen producten zijn verwerkt, zonder dat het werkelijk de bedoeling is ze weer uit te voeren, waarna zij kort nadien weer worden ingevoerd, kan niet rechtmatig onder de regeling actieve veredeling worden gebracht. De importeur die zich op onregelmatige wijze onder deze regeling heeft geplaatst en er het voordeel van heeft genoten, dient de rechten over de betrokken producten te betalen, onverminderd, in voorkomend geval, de door de nationale wetgeving voorziene bestuurlijke, civiele of strafrechtelijke sancties. Het staat aan de bevoegde nationale rechterlijke instantie om te beoordelen of de in het hoofdgeding aan de orde zijnde verrichting als onverenigbaar met het gemeenschapsrecht moet worden beschouwd.


(1)  PB C 158 van 21.6.2008.