8.3.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 64/45


Beroep ingesteld op 21 december 2007 — Notartel/BHIM — SAT.1 SatellitenFernsehen (R.U.N.)

(Zaak T-490/07)

(2008/C 64/75)

Taal van het verzoekschrift: Italiaans

Partijen

Verzoekende partij: Notartel SpA — società informatica del Notariato (Rome, Italië) (vertegenwoordigers: M. Bosshard en M. Balestriero, advocaten)

Verwerende partij: Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen)

Andere partij in de procedure voor de kamer van beroep: SAT.1 SatellitenFernsehen GmbH (Berlijn, Duitsland)

Conclusies

primair, de beslissing van de vierde kamer van beroep van het BHIM van 22 oktober 2007 in zaak R 1267/2006-4 gedeeltelijk te vernietigen, voor zover hierbij de oppositie gegrond is verklaard;

subsidiair, de beslissing van de vierde kamer van beroep van het BHIM van 22 oktober 2007 in zaak R 1267/2006-4 gedeeltelijk te vernietigen, voor zover hierbij de oppositie betreffende de merkaanvraag voor klasse 38 gegrond is verklaard;

in elk geval elke eventuele toekomstige tegengestelde vordering af te wijzen en de beslissing te bevestigen voor zover zij niet door verzoekster wordt bestreden;

het Bureau te verwijzen in de kosten van de procedure.

Middelen en voornaamste argumenten

Aanvrager van het gemeenschapsmerk: Notartel

Betrokken gemeenschapsmerk: woordmerk „R.U.N.” (gemeenschapsmerkaanvraag nr. 1.069.863 voor diensten van klassen 35, 38 en 42, wat de onderhavige procedure betreft)

Houder van het oppositiemerk of -teken in de oppositieprocedure: SAT.1 SatellitenFernsehen GmbH

Oppositiemerk of -teken: nationaal en communautair beeldmerk „ran” voor waren en diensten van klassen 9, 35, 38, 41 en 42

Beslissing van de oppositieafdeling: verwerping van de oppositie

Beslissing van de kamer van beroep: gedeeltelijke aanvaarding van het beroep, voor zover dit betrekking heeft op een aantal diensten van klassen 38 en 42

Aangevoerde middelen: De bestreden beslissing bevat een tegenstrijdigheid. Eerst worden een aantal correcte rechtsbeginselen genoemd op basis waarvan dient te worden beoordeeld of bepaalde tekens overeenstemmen en of er sprake is van soortgelijke waren/diensten, teneinde uit te maken of een van de weigeringsgronden van artikel 7, lid 1, van de verordening inzake het gemeenschapsmerk aanwezig is. Vervolgens worden evenwel bij de beoordeling van het concrete geval andere criteria toegepast. Deze tegenstrijdigheid heeft tot gevolg dat het Bureau blijk heeft gegeven van een onjuiste rechtsopvatting, door andere rechtsbeginselen toe te passen dan de (correcte) beginselen die in de juridische overwegingen van de beslissing zijn vermeld, dan wel dat de motivering van de beslissing tegenstrijdig of ontoereikend is.