14.4.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 82/52


Beroep ingesteld op 19 februari 2007 — Vtesse Networks/Commissie

(Zaak T-54/07)

(2007/C 82/107)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij: Vtesse Networks Ltd. (St. Albans, Verenigd Koninkrijk) (vertegenwoordiger: H. Mercer, barrister)

Verwerende partij: Commissie van de Europese Gemeenschappen

Conclusies

nietigverklaring van artikel 1 van de beschikking, voor zover daarbij wordt bepaald dat de toepassing door het Verenigd Koninkrijk van de belasting op onroerend goed voor commerciële doeleinden ten aanzien van BT plc vanaf 1995 tot eind 2005, geen steun omvat in de zin van artikel 87, lid 1, EG;

verwijzing van de Commissie in de kosten die Vtesse heeft gemaakt in verband met dit beroep.

Middelen en voornaamste argumenten

Verzoekster vordert de nietigverklaring van beschikking nr. 2006/951/EG van de Commissie (1) van 12 oktober 2006, waarbij wordt vastgesteld dat de toepassing door het Verenigd Koninkrijk van de belasting op onroerend goed voor commerciële doeleinden ten aanzien van BT plc en Kingston Communication plc vanaf 1995 tot eind 2005, geen steun omvat in de zin van artikel 87, lid 1, EG.

Verzoekster betoogt dat de Commissie het door haar ten opzichte van BT plc geleden marginale concurrentienadeel bij het uitbrengen van een bod, naast BT plc, voor contracten met klanten voor retail-huurlijnen van hoge capaciteit waarvoor gebruik wordt gemaakt van glasvezel, niet in aanmerking heeft genomen en/of niet heeft onderzocht.

Verzoekster stelt dat de Commissie blijk heeft gegeven van een onjuiste rechtsopvatting bij de toepassing van artikel 87, lid 1, EG, in het bijzonder door de relevante markt niet af te bakenen en daardoor niet aan te geven wat het voordeel is dat BT plc in feite door de bedrijfsbelasting krijgt ten aanzien van de marginale concurrentie.

Bovendien stelt verzoekster dat de Commissie de betekenis en de relevantie van de categorie van overeenkomsten waarvoor verzoekster in concurrentie trad met BT plc, kennelijk onjuist heeft beoordeeld, en onvoldoende de feiten heeft onderzocht inzake de marginale concurrentie, waardoor de Commissie zich heeft gebaseerd op een marktaandeel van 12 % voor BT plc, terwijl het meest relevante marktaandeel van BT plc volgens verzoekster 78 % was.

Ten slotte betoogt verzoekster dat de Commissie de bestreden beschikking niet voldoende heeft gemotiveerd wat de huidige concurrentie tussen verzoekster en BT plc betreft.


(1)  Beschikking van de Commissie van 12 oktober 2006 betreffende de toepassing door het Verenigd Koninkrijk van de belasting op onroerend goed voor commerciële doeleinden op de telecommunicatie-infrastructuur in het Verenigd Koninkrijk [C 4/2005 (ex NN 57/2004, ex CP 26/2004)] [Kennisgeving geschied onder nummer C(2006) 4378] (PB L 383, blz. 70).