Arrest van het Gerecht (Achtste kamer) van 15 juli 2014 – Italië/Commissie
(Zaak T‑463/07)
„EOGFL — Afdeling ‚Garantie’ — Van financiering uitgesloten uitgaven — Runderenpremies — Olijfolie en oliën en vetten — Gedroogde voedergewassen — Doeltreffendheid van controles — Sanctieregeling”
1. |
Landbouw — EOGFL — Goedkeuring van rekeningen — Weigering van tenlasteneming van uitgaven als gevolg van onregelmatigheden in de toepassing van de Unieregeling — Betwisting door de betrokken lidstaat — Bewijslast — Verdeling onder de Commissie en de lidstaat (Verordening nr. 1290/2005 van de Raad, art. 31) (cf. punten 12‑15, 136, 141, 196, 203) |
2. |
Landbouw — EOGFL — Toekenning van steun en premies — Verplichting van de lidstaten om een doelmatig stelsel van administratieve controles en inspecties ter plaatse op te zetten — Niet-betrouwbare controles — Weigering om uitgaven ten laste van Fonds te brengen (Verordening nr. 2419/2001 van de Commissie, art. 15) (cf. punten 44‑46, 187, 188) |
3. |
Beroep tot nietigverklaring — Bestreden handeling — Beoordeling van de rechtmatigheid aan hand van gegevens die beschikbaar waren op ogenblik van vaststelling van de bestreden handeling (Art. 263 VWEU) (cf. punt 108) |
Voorwerp
Gedeeltelijke nietigverklaring van beschikking 2007/647/EG van de Commissie van 3 oktober 2007 houdende onttrekking aan communautaire financiering van bepaalde uitgaven die de lidstaten voor het Europees Oriëntatie‑ en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL), afdeling Garantie, hebben verricht (PB L 261, blz. 28), voor zover daarbij bepaalde uitgaven die Italië heeft verricht, worden uitgesloten
Dictum
1) |
Het beroep wordt verworpen. |
2) |
De Italiaanse Republiek zal haar eigen kosten en die van de Europese Commissie dragen. |