13.3.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 63/2


Arrest van het Hof (Derde kamer) van 14 januari 2010 (verzoeken om een prejudiciële beslissing ingediend door de Raad van State — België) — Algemene Vereniging van de Geneesmiddelenindustrie (AVGI) VZW (C-471/07 en C-472/07), Bayer NV (C-471/07 en C-472/07), Pfizer NV (C-471/07 en C-472/07), Servier Benelux NV (C-471/07 en C-472/07), Janssen Cilag NV (C-471/07), Sanofi-Aventis Belgium NV, voorheen Sanofi-Synthelabo NV (C-472/07)/Belgische Staat

(Gevoegde zaken C-471/07 en C-472/07) (1)

(Richtlijn 89/105/EEG - Doorzichtigheid van maatregelen ter regeling van de prijsstelling van geneesmiddelen voor menselijk gebruik - Artikel 4, lid 1 - Rechtstreekse werking - Prijsblokkering)

2010/C 63/03

Procestaal: Frans

Verwijzende rechter

Raad van State

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partijen: Algemene Vereniging van de Geneesmiddelenindustrie (AVGI) VZW (C-471/07 en C-472/07), Bayer NV (C-471/07 en C-472/07), Pfizer NV (C-471/07 en C-472/07), Servier Benelux NV (C-471/07 en C-472/07), Janssen Cilag NV (C-471/07), Sanofi-Aventis Belgium NV, voorheen Sanofi-Synthelabo NV (C-472/07)

Verwerende partij: Belgische Staat

in tegenwoordigheid van: Sanofi-Aventis Belgium NV (C-471/07)

Voorwerp

Verzoek om een prejudiciële beslissing — Raad van State (België) — Uitlegging van artikel 4, lid 1, van richtlijn 89/105/EEG van de Raad van 21 december 1988 betreffende de doorzichtigheid van maatregelen ter regeling van de prijsstelling van geneesmiddelen voor menselijk gebruik en de opneming daarvan in de nationale stelsels van gezondheidszorg (PB L 40, blz. 8) — Blokkering van de prijs van geneesmiddelen door de bevoegde autoriteiten van een lidstaat — Draagwijdte van de op deze laatste rustende verplichting om ten minste eenmaal per jaar te controleren of de „macro-economische” omstandigheden een voortzetting van die blokkering rechtvaardigen — Controle beperkt tot het onderzoek van de beheersing van de kosten van de openbare gezondheidszorg of verplichte inaanmerkingneming van de macro-economische gevolgen van de prijsblokkering voor de farmaceutische industrie?

Dictum

1)

Artikel 4, lid 1, van richtlijn 89/105/EEG van de Raad van 21 december 1988 betreffende de doorzichtigheid van maatregelen ter regeling van de prijsstelling van geneesmiddelen voor menselijk gebruik en de opneming daarvan in de nationale stelsels van gezondheidszorg, moet aldus worden uitgelegd dat het aan de lidstaten staat om, met inachtneming van de door die richtlijn nagestreefde doelstelling van doorzichtigheid en de in die bepaling gestelde vereisten, de criteria vast te stellen op grond waarvan de in die bepaling bedoelde controle van de macro-economische omstandigheden moet plaatsvinden, op voorwaarde dat die criteria op objectieve en verifieerbare gegevens steunen.

2)

Artikel 4, lid 1, van richtlijn 89/105 moet aldus worden uitgelegd dat het inhoudelijk gezien niet voldoende nauwkeurig is opdat een particulier zich voor een nationale rechter daarop kan beroepen ten aanzien van een lidstaat.

3)

Artikel 4, lid 1, van richtlijn 89/105 moet aldus worden uitgelegd dat een lidstaat, 18 maanden na de beëindiging van een algemene blokkering van de prijzen van terugbetaalbare geneesmiddelen die acht jaar had geduurd, een nieuwe maatregel tot blokkering van de geneesmiddelenprijzen kan vaststellen zonder de in die bepaling voorziene controle van de macro-economische omstandigheden te verrichten.


(1)  PB C 22 van 26.1.2008.