24.1.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 19/4


Arrest van het Hof (Derde kamer) van 4 december 2008 — Commissie van de Europese Gemeenschappen/Koninkrijk der Nederlanden

(Zaak C-249/07) (1)

(Niet-nakoming - Artikelen 28 EG en 30 EG - Richtlijn 92/43/EG - Maatregel van gelijke werking - Voorafgaande vergunning voor uitzaai van tot inheemse soorten behorende maar uit andere lidstaten afkomstige oesters en mosselen - Rechtvaardiging - Bescherming van leven van dieren - Instandhouding van biologische diversiteit en instandhouding van vissoorten in belang van visserij)

(2009/C 19/06)

Procestaal: Nederlands

Partijen

Verzoekende partij: Commissie van de Europese Gemeenschappen (vertegenwoordigers: M. Konstantinidis en S. Noe, gemachtigden)

Verwerende partij: Koninkrijk der Nederlanden (vertegenwoordigers: C.M. Wissels en C. ten Dam, gemachtigden)

Voorwerp

Niet-nakoming — Schending van de artikelen 28 EG en 30 EG — Stelsel van voorafgaande vergunning voor het uitzaaien in de Nederlandse kustwateren van oesters en mosselen uit andere lidstaten

Dictum

1)

Door de invoering van een stelsel van voorafgaande vergunning voor de uitzaai in de Nederlandse kustwateren van oesters en mosselen die rechtmatig uit andere lidstaten afkomstig zijn en tot in Nederland inheemse soorten behoren, is het Koninkrijk der Nederlanden de krachtens de artikelen 28 EG en 30 EG op hem rustende verplichtingen niet nagekomen.

2)

Het Koninkrijk der Nederlanden wordt verwezen in de kosten.


(1)  PB C 183 van 4.8.2007.