24.1.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 19/2


Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 4 december 2008 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Symvoulio tis Epikrateias — Griekenland) — Theologos-Grigorios Chatzithanasis/Ypourgos Ygeias kai Koinonikis Allilengyis, OEEK (Organismos Epangelmatikis Ekpaidefsis kai Katartisis)

(Zaak C-151/07) (1)

(Richtlijn 92/51/EEG - Erkenning van diploma's - Studie voltooid in door ontvangende lidstaat niet als onderwijsinstelling erkend „centrum voor vrije studie’ - Opticien)

(2009/C 19/03)

Procestaal: Grieks

Verwijzende rechter

Symvoulio tis Epikrateias

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Theologos-Grigorios Chatzithanasis

Verwerende partij: Ypourgos Ygeias kai Koinonikis Allilengyis, OEEK (Organismos Epangelmatikis Ekpaidefsis kai Katartisis)

Voorwerp

Verzoek om een prejudiciële beslissing — Symvoulio tis Epikrateias — Uitlegging van artikelen 149 EG en 150 EG, alsook van richtlijn 92/51/EEG van de Raad van 18 juni 1992 betreffende een tweede algemeen stelsel van erkenning van beroepsopleidingen, ter aanvulling van richtlijn 89/48/EEG (PB L 209, blz. 25) — Niet-erkenning, in de ontvangende lidstaat, van een beroepsopleidingstitel die het recht geeft om het beroep van opticien uit te oefenen in de lidstaat waar hij is afgegeven — Opleiding die voor het grootste deel is genoten aan een instelling die in de ontvangende lidstaat op rechtmatige wijze werkzaam is, maar door de wetgeving van deze staat niet als onderwijsinstelling wordt erkend

Dictum

De artikelen 1, sub a, 3 en 4 van richtlijn 92/51/EEG van de Raad van 18 juni 1992 betreffende een tweede algemeen stelsel van erkenning van beroepsopleidingen, ter aanvulling van richtlijn 89/48/EEG, zoals gewijzigd bij richtlijn 2001/19/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 mei 2001, moeten aldus worden uitgelegd dat de bevoegde instanties van een ontvangende lidstaat krachtens artikel 3 van deze richtlijn, behoudens de toepassing van artikel 4 van deze richtlijn, ook dan zijn gehouden een door een bevoegde instantie van een andere lidstaat afgegeven diploma te erkennen, wanneer dit diploma de afsluiting vormt van een opleiding die geheel of ten dele is gevolgd aan een in de ontvangende lidstaat gevestigde instelling die volgens de wetgeving van laatstgenoemde staat niet als onderwijsinstelling wordt erkend.


(1)  PB C 117 van 26.5.2007.