Zaak C-456/06

Peek & Cloppenburg KG

tegen

Cassina SpA

(verzoek van het Bundesgerichtshof om een prejudiciële beslissing)

„Auteursrecht — Richtlijn 2001/29/EG — Artikel 4, lid 1 — Distributie onder publiek van origineel van werk of kopie daarvan, door verkoop of anderszins — Gebruik van reproducties van auteursrechtelijk beschermde meubels als in verkoopruimte tentoongestelde meubelstukken en als etalagedecoratie — Ontbreken van eigendoms- of bezitsoverdracht”

Conclusie van advocaat-generaal E. Sharpston van 17 januari 2008   I - 2733

Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 17 april 2008   I - 2750

Samenvatting van het arrest

Harmonisatie van wetgevingen – Auteursrecht en naburige rechten – Richtlijn 2001/29 – Harmonisatie van bepaalde aspecten van auteursrecht en naburige rechten in informatiemaatschappij – Distributierecht

(Richtlijn 2001/29 van het Europees Parlement en de Raad, art. 4, lid 1)

Van distributie onder het publiek van het origineel van een werk of een kopie daarvan, anders dan door verkoop, in de zin van artikel 4, lid 1, van richtlijn 2001/29 betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij, is uitsluitend sprake wanneer er eigendomsoverdracht van deze zaak plaatsvindt. Bijgevolg kan noch de situatie waarin het publiek de mogelijkheid is geboden om reproducties van een auteursrechtelijk beschermd werk te gebruiken, noch de tentoonstelling ten behoeve van het publiek van deze reproducties zonder dat de mogelijkheid wordt geboden om deze te gebruiken, een dergelijke vorm van distributie vormen.

Het begrip distributie „door verkoop of anderszins”, in de zin van artikel 4, lid 1, van richtlijn 2001/29, moet namelijk worden uitgelegd tegen de achtergrond van de in het Verdrag van de Wereldorganisatie voor de intellectuele eigendom (WIPO) inzake het auteursrecht en het Verdrag van de WIPO inzake uitvoeringen en fonogrammen gegeven definities, aangezien met deze richtlijn wordt beoogd de krachtens deze verdragen op de Gemeenschap rustende verplichtingen na te komen op gemeenschapsniveau. Deze verdragen hebben evenwel uitsluitend betrekking op handelingen die een eigendomsoverdracht impliceren.

Een uitlegging van de respectieve bepalingen betreffende de uitputting van het distributierecht in het verdrag inzake het auteursrecht en richtlijn 2001/29 voert tot dezelfde conclusie. Nu artikel 4, lid 2, van bovengenoemde richtlijn voorziet in uitputting van het distributierecht met betrekking tot het origineel of kopieën van een werk in het geval van eerste verkoop of andere eigendomsovergang van die zaak, dient aan de term „anderszins” in lid 1 van dit artikel derhalve dezelfde uitlegging te worden gegeven, aangezien deze twee bepalingen een geheel vormen.

Aan deze gevolgtrekkingen wordt niet afgedaan door de punten 9 tot en met 11 van de considerans van richtlijn 2001/29, volgens welke bij de harmonisatie van het auteursrecht steeds van een hoog beschermingsniveau moet worden uitgegaan, de auteurs een passende beloning voor het gebruik van hun werk moeten kunnen ontvangen en het systeem tot bescherming van het auteursrecht strikt en doelmatig moet zijn. Deze bescherming kan namelijk enkel worden verwezenlijkt binnen het door de gemeenschapswetgever gecreëerde kader.

(cf. punten 31-38, 41 en dictum)