Beroep wegens niet-nakoming
–
Onderzoek van gegrondheid door Hof
–
In aanmerking te nemen situatie
–
Situatie bij verstrijken van in met redenen omkleed advies gestelde termijn (Art. 226 EG) (cf. punt 10)
Voorwerp
Niet-nakoming – Verzuim om de bepalingen vast te stellen die nodig zijn om te voldoen aan artikel 16 van verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van verordening (EEG) nr. 295/91 (PB L 46, blz. 1) – Vaststelling van doeltreffende, evenredige en afschrikkende sancties
Dictum
1) Door geen sancties vast te stellen voor schendingen van de bepalingen van artikel 14 van verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van verordening (EEG) nr. 295/91, is het Koninkrijk Zweden de krachtens artikel 16 van deze verordening op hem rustende verplichtingen niet nagekomen.
2) Het beroep wordt verworpen voor het overige.
3) Het Koninkrijk Zweden wordt verwezen in de kosten van de procedure.