Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 22 november 2007 – Cofradía de pescadores „San Pedro” de Bermeo e.a. / Raad

(Zaak C‑6/06 P)

„Hogere voorziening – Niet-contractuele aansprakelijkheid van Gemeenschap – Beginselen van relatieve stabiliteit, rechtszekerheid en gewettigd vertrouwen – Ontvankelijkheid – Hogere voorziening die ten dele ongegrond en ten dele niet-ontvankelijk is – Incidentele hogere voorziening – Verzoek om vernietiging van arrest van Gerecht houdende ongegrondverklaring van beroep voor zover in dit arrest wordt verklaard dat geen uitspraak behoeft te worden gedaan over tegen dat beroep opgeworpen exceptie van niet-ontvankelijkheid – Ontbreken van procesbelang – Kracht van gewijsde”

1.                     Hogere voorziening – Ontvankelijkheid – Beslissingen waartegen hogere voorziening kan worden ingesteld (Statuut van het Hof van Justitie, art. 56, eerste alinea) (cf. punten 21‑22)

2.                     Hogere voorziening – Middelen – Loutere herhaling van voor Gerecht aangevoerde middelen en argumenten – Ontbreken van aanwijzing van gestelde onjuiste rechtsopvatting – Niet-ontvankelijkheid – Betwisting van door Gerecht verrichte uitlegging of toepassing van gemeenschapsrecht – Ontvankelijkheid (Art. 225 EG; Statuut van het Hof van Justitie, art. 58, eerste alinea; Reglement voor de procesvoering van het Hof, art. 112, lid 1, eerste alinea, sub c) (cf. punten 34‑36, 60)

3.                     Hogere voorziening – Middelen – Middel voorgedragen tegen rechtsoverweging van arrest die niet noodzakelijk is voor onderbouwing van dictum – Falend middel (Art. 225 EG; Statuut van het Hof van Justitie, art. 58, eerste alinea) (cf. punt 51)

4.                     Hogere voorziening – Middelen – Toetsing door Hof van beoordeling van gegevens – Verzoek om deskundigenonderzoek ingediend door een van partijen na sluiting van mondelinge behandeling (Art. 225 EG; Statuut van het Hof van Justitie, art. 58, eerste alinea; Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 62) (cf. punten 69‑71)

Voorwerp

Hogere voorziening tegen het arrest van het Gerecht van eerste aanleg (Derde kamer) van 19 oktober 2005, Cofradía de pescadores de „San Pedro” de Bermeo e.a./Raad (T‑415/03), waarbij het Gerecht heeft verworpen het beroep strekkende tot vergoeding van de schade die verzoekers stelden te hebben geleden doordat de Raad toestemming heeft verleend voor de overdracht aan de Franse Republiek van een deel van het aan de Portugese Republiek toegekende quotum voor ansjovis

Dictum

 

De principale hogere voorziening, ingesteld door Cofradía de pescadores „San Pedro” de Bermeo en de andere verzoekers, wier namen zijn vermeld in de bijlage bij het arrest van het Gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen van 19 oktober 2005, Cofradía de pescadores „San Pedro” de Bermeo e.a./Raad (T‑415/03), wordt afgewezen.

 

De incidentele hogere voorziening, ingesteld door de Raad van de Europese Unie, wordt afgewezen.

 

Cofradía de pescadores „San Pedro” de Bermeo en de andere verzoekers, wier namen zijn vermeld in de bijlage bij het arrest van het Gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen van 19 oktober 2005, Cofradía de pescadores „San Pedro” de Bermeo e.a./Raad (T‑415/03), en de Raad van de Europese Unie dragen hun eigen kosten.

 

De Commissie van de Europese Gemeenschappen draagt haar eigen kosten.