12.4.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 92/5


Arrest van het Hof (Derde kamer) van 21 februari 2008 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Tribunale Amministrativo Regionale del Lazio — Italië) — Telecom Italia SpA/Ministero dell'Economia e delle Finanze, Ministero delle Comunicazioni

(Zaak C-296/06) (1)

(Telecommunicatiediensten - Richtlijn 97/13/EG - Artikelen 6, 11, 22 en 25 - Vergoedingen en heffingen voor algemene machtigingen en individuele vergunningen - Verplichting opgelegd aan vroegere houder van exclusief recht - Tijdelijke handhaving)

(2008/C 92/07)

Procestaal: Italiaans

Verwijzende rechter

Tribunale Amministrativo Regionale del Lazio

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Telecom Italia SpA

Verwerende partij: Ministero dell'Economia e delle Finanze, Ministero delle Comunicazioni

Voorwerp

Verzoek om prejudiciële beslissing — Tribunale Amministrativo Regionale del Lazio — Uitlegging van artikelen 11, 22 en 25 van richtlijn 97/13/EG van het Europees Parlement en de Raad van 10 april 1997 betreffende een gemeenschappelijk kader voor algemene machtigingen en individuele vergunningen op het gebied van telecommunicatiediensten (PB L 117, blz. 15) — Mogelijkheid om andere vergoedingen en heffingen op te leggen dan die welke bij richtlijn zijn toegestaan

Dictum

De artikelen 6, 11, 22 en 25 van richtlijn 97/13/EG van het Europees Parlement en de Raad van 10 april 1997 betreffende een gemeenschappelijk kader voor algemene machtigingen en individuele vergunningen op het gebied van telecommunicatiediensten, verzetten zich ertegen dat een lidstaat van een exploitant, die voorheen houder was van een exclusief recht voor openbare telecommunicatiediensten en die houder van een algemene machtiging is geworden, gedurende een jaar te rekenen vanaf de datum waarop deze richtlijn uiterlijk in nationaal recht moest zijn omgezet, te weten tot en met 31 december 1998, betaling verlangt van een financiële last als de in het hoofdgeding aan de orde zijnde heffing, die overeenkomt met het tevoren als tegenprestatie voor de verlening van dat exclusieve recht gevorderde bedrag.


(1)  PB C 224 van 16.9.2006.