1. Gemeenschapsmerk – Procedurevoorschriften – Beslissingen van Bureau – Eerbiediging van rechten van verdediging
(Verordening nr. 40/94 van de Raad, art. 73)
2. Gemeenschapsmerk – Procedurevoorschriften – Motivering van beslissingen
(Verordening nr. 40/94 van de Raad, art. 73)
1. Een kamer van beroep van het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) die bij het nemen van een beslissing tot afwijzing van een gemeenschapsmerkaanvraag rekening houdt met feitelijke gegevens die niet aan de aanvrager werden meegedeeld voordat deze beslissing werd genomen, schendt artikel 73 van verordening nr. 40/94 inzake het gemeenschapsmerk, dat bepaalt dat de beslissingen van het Bureau slechts kunnen worden genomen op gronden waartegen de partijen verweer hebben kunnen voeren. Dat artikel wordt geschonden in de conclusie zelf van deze beslissing, aangezien deze conclusie op deze feitelijke gegevens steunt.
(cf. punten 45‑46, 55)
2. De in artikel 73, eerste volzin, van verordening nr. 40/94 inzake het gemeenschapsrecht vervatte verplichting om individuele beslissingen te motiveren heeft een tweeledig doel, namelijk enerzijds de betrokkenen in staat te stellen kennis te nemen van de rechtvaardigingsgronden van de genomen maatregel teneinde hun rechten te kunnen verdedigen, en anderzijds de gemeenschapsrechter in staat te stellen zijn toezicht op de wettigheid van de beslissing uit te oefenen. Bij de vraag of de motivering van een beslissing aan deze vereisten voldoet, moet niet alleen acht worden geslagen op de bewoordingen, maar ook op de context van de beslissing, alsook op het geheel van rechtsregels die de betrokken materie beheersen.
De mededeling van de feitelijke gegevens waarop de kamer van beroep van het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) haar beslissing heeft gebaseerd, in de vorm van internetlinks die op het tijdstip van het onderzoek van de zaak door het Gerecht ontoegankelijk waren, of in de vorm van toegankelijke links waarvan de inhoud (mogelijk) gewijzigd is sinds het onderzoek door de onderzoeker of de kamer van beroep, vormt geen toereikende motivering, aangezien zij het Gerecht niet in staat stelt, toezicht op de geldigheid van de bestreden beslissing uit te oefenen.
(cf. punten 57, 59)