Zaak C‑400/05

B.A.S. Trucks BV

tegen

Staatssecretaris van Financiën

(verzoek van de Hoge Raad der Nederlanden om een prejudiciële beslissing)

„Gemeenschappelijk douanetarief – Gecombineerde nomenclatuur – Tariefindeling – Postonderverdeling 8704 10 – Voertuig ontworpen voor gebruik op bouwplaatsen, bestemd voor vervoer en voor lossen van materiaal en ook voor gebruik op wegennet”

Arrest van het Hof (Vijfde kamer) van 11 januari 2007 

Samenvatting van het arrest

Gemeenschappelijk douanetarief – Tariefposten – Dumpers die incidenteel over verharde openbare weg kunnen rijden


Dat dumpers die speciaal en primair zijn ontworpen voor gebruik buiten de verharde openbare weg, kenmerken hebben waardoor zij, incidenteel, over die weg kunnen rijden, staat niet in de weg aan de indeling ervan als dumpers in de zin van postonderverdeling 8704 10 van de gecombineerde nomenclatuur, opgenomen in bijlage I bij verordening nr. 2658/87 met betrekking tot de tarief‑ en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief.

Dumpers kunnen weliswaar slechts onder die postonderverdeling worden ingedeeld indien zij speciaal zijn ontworpen voor het vervoer en het lossen van materiaal in het terrein, maar uit de bewoordingen van de postonderverdeling en de toelichtingen op de gecombineerde nomenclatuur en het geharmoniseerd systeem blijkt niet dat die dumpers zodanig moeten zijn ontworpen dat zij uitsluitend kunnen worden gebruikt in het terrein.

(cf. punten 36‑37, 41 en dictum)




ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer)

11 januari 2007 (*)

„Gemeenschappelijk douanetarief – Gecombineerde nomenclatuur – Tariefindeling – Postonderverdeling 8704 10 – Voertuig ontworpen voor gebruik op bouwplaatsen, bestemd voor vervoer en voor lossen van materiaal en ook voor gebruik op wegennet”

In zaak C‑400/05,

betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 234 EG, ingediend door de Hoge Raad der Nederlanden bij arrest van 11 november 2005, ingekomen bij het Hof op 16 november 2005, in de procedure

B.A.S. Trucks BV

tegen

Staatssecretaris van Financiën,

wijst

HET HOF VAN JUSTITIE (Vijfde kamer),

samengesteld als volgt: R. Schintgen, kamerpresident, A. Borg Barthet (rapporteur) en E. Levits, rechters,

advocaat-generaal: J. Mazák,

griffier: R. Grass,

gezien de stukken en na de terechtzitting op 16 november 2006,

gelet op de opmerkingen van:

–       B.A.S. Trucks BV, vertegenwoordigd door H. de Bie en M. Ouwehand, advocaten,

–       de Nederlandse regering, vertegenwoordigd door H. G. Sevenster, C. A. H. M. ten Dam en P. P. J. van Ginneken als gemachtigden,

–       de Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door J. Hottiaux als gemachtigde, bijgestaan door F. Tuytschaever, advocaat,

gelet op de beslissing, de advocaat-generaal gehoord, om de zaak zonder conclusie te berechten,

het navolgende

Arrest

1       Het verzoek om een prejudiciële beslissing betreft de uitlegging van postonderverdeling 8704 10 van de gecombineerde nomenclatuur, opgenomen in bijlage I bij verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief‑ en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (PB L 256, blz. 1), zoals gewijzigd bij verordening (EG) nr. 2261/98 van de Commissie van 26 oktober 1998 (PB L 292, blz. 1; hierna: „GN”).

2       Dit verzoek is ingediend in het kader van een geding tussen de vennootschap B.A.S. Trucks BV (hierna: „BAS Trucks”) en de Inspecteur der Belastingdienst – Douanedistrict Rotterdam over de tariefindeling van twee automobielen, „Dumptrucks” genoemd, in GN-postonderverdeling 8704 10 als dumpers ontworpen voor gebruik in het terrein.

 Rechtskader

 Internationaal recht

3       Het op 14 juni 1983 te Brussel gesloten Internationaal Verdrag betreffende het geharmoniseerde systeem inzake de omschrijving en de codering van goederen (hierna: „GS”), alsmede het daarbij behorende protocol van wijziging van 24 juni 1986 (hierna: „GS-verdrag”), zijn namens de Gemeenschap goedgekeurd bij besluit 87/369/EEG van de Raad van 7 april 1987 (PB L 198, blz. 1).

4       Krachtens artikel 3, lid 1, van dit verdrag verbindt elke verdragsluitende partij zich om haar tariefnomenclatuur en haar statistieknomenclaturen in overeenstemming te doen zijn met het GS, om alle posten en onderverdelingen ervan, zonder enige toevoeging of wijziging, alsmede de daarop betrekking hebbende numerieke codes te gebruiken, en om de volgorde van nummering van het systeem in acht te nemen. Iedere verdragsluitende partij verbindt zich tevens om de algemene regels voor de interpretatie van het systeem, alsmede alle aantekeningen op de afdelingen en de hoofdstukken en de aanvullende aantekeningen op de onderverdelingen van het GS toe te passen en de draagwijdte daarvan niet te wijzigen.

5       De Internationale Douaneraad, thans de Werelddouaneorganisatie, die is ingesteld bij het op 15 december 1950 te Brussel ondertekende Verdrag houdende oprichting van een Internationale Douaneraad, keurt, onder de in artikel 8 van het GS‑verdrag bepaalde voorwaarden, toelichtingen op het GS goed die worden vastgesteld door het in artikel 6 van dit verdrag bedoelde comité voor het geharmoniseerde systeem.

6       De GS-toelichting bij post 8704 bepaalt:

„Deze groep omvat bovendien:

1)      dumpers, zijnde sterk gebouwde vrachtauto’s van een speciaal type, meestal met kiepbak – soms met zelfopenende bodem – voor grondverzet of het transport van materialen. Deze voertuigen, die een stijf of een geleed chassis hebben, zijn in het algemeen voorzien van wielen geschikt voor alle terreinen en kunnen op losse grond rijden. [...]

[...]”

7       De GS-toelichting bij postonderverdeling 8704 10 bevat de volgende passages:

„Deze dumpers zijn in het algemeen van andere voertuigen voor goederenvervoer (in het bijzonder van vrachtwagens met kiepbak) te onderscheiden door de volgende kenmerken:

–      [...]

–      geen asophanging;

–      een hoog remvermogen;

–      een beperkte snelheid en actieradius;

–      speciale banden voor slecht terrein;

–      [...]

Opgemerkt wordt echter dat bepaalde dumpers speciaal zijn ontworpen om te worden gebezigd in mijnen en tunnels, b.v. die met zelfopenende bodem. [...]”

 Gemeenschapsregeling

8       De gecombineerde nomenclatuur, die bij verordening nr. 2658/87 ten behoeve van zowel het gemeenschappelijk douanetarief als de statistieken van de buitenlandse handel van de Gemeenschap is ingesteld, is gebaseerd op het GS, waarmee zij volledig overeenstemt wat de posten en de uit zes cijfers bestaande subposten betreft. Alleen de onderverdelingen met een zevende en een achtste cijfer zijn specifiek voor de gecombineerde nomenclatuur.

9       De ten tijde van de feiten van het hoofdgeding geldende versie van de gecombineerde nomenclatuur staat in bijlage I bij verordening nr. 2261/98. Het tweede gedeelte van deze bijlage bevat afdeling XVII, getiteld „Vervoermaterieel”. Deze afdeling bevat onder meer hoofdstuk 87, getiteld „Automobielen, tractors, rijwielen, motorrijwielen en andere voertuigen voor vervoer over land, alsmede delen en toebehoren daarvan”. In dit hoofdstuk zijn onder post 8704 onder meer de volgende postonderverdelingen opgenomen:

„8704 Automobielen voor goederenvervoer:

8704 10 – dumpers ontworpen voor gebruik in het terrein:

                  – – met een motor met zelfontsteking (diesel‑ of semi-dieselmotor) of met vonkontsteking:

8704 10 11 – – – met een motor met zelfontsteking (diesel‑ of semi-dieselmotor) met een cilinderinhoud van meer dan 2 500 cm³ of met vonkontsteking met een cilinderinhoud van meer dan 2 800 cm³

                  [...]

                  – andere, met een motor met zelfontsteking:

[...]

8704 23  – – met een maximaal toegelaten gewicht van meer dan 20 ton:

                  [...]

                  – – – andere:

                  [...]

8704 23 99 – – – – gebruikte”

10     Alle afdelingen en, binnen elke afdeling, alle hoofdstukken van de GN worden voorafgegaan door een aantal aantekeningen, te weten aantekeningen op de afdelingen of op de hoofdstukken.

11     Afdeling XVII bevat geen aantekeningen die in het kader van de onderhavige procedure in aanmerking moeten worden genomen.

12     De Commissie van de Europese Gemeenschappen heeft evenwel toelichtingen op de gecombineerde nomenclatuur bekendgemaakt overeenkomstig artikel 10, lid 1, van verordening nr. 2658/87 (PB 1998, C 287, blz. 1). In de ten tijde van de feiten van het hoofdgeding toepasselijke versie bepalen die toelichtingen voor de GN-postonderverdelingen 8704 10 11 tot en met 8704 10 90 onder meer het volgende:

„1.      Tot deze onderverdelingen behoren voornamelijk voertuigen met een naar voren of naar achteren kippende bak of met een zelfopenende bodem, die speciaal zijn geconstrueerd voor het vervoer van zand, grind, aarde, gesteente, enz., in steengroeven en mijnen of op bouwplaatsen voor gebouwen, wegen, vliegvelden of havens. [...]”

13     De algemene regels voor de interpretatie van de GN, die zijn neergelegd in het eerste deel, titel I, A, daarvan bepalen onder meer:

„Voor de indeling van goederen in de gecombineerde nomenclatuur gelden de volgende bepalingen.

1.      De tekst van de opschriften van de afdelingen, van de hoofdstukken en van de onderdelen van hoofdstukken wordt geacht slechts als aanwijzing te gelden; voor de indeling zijn wettelijk bepalend de bewoordingen van de posten en de aantekeningen op de afdelingen of op de hoofdstukken en, voor zover dit niet in strijd is met de bewoordingen van bedoelde posten en aantekeningen, de navolgende regels.

[...]

3.      Indien goederen [...] vatbaar zijn voor indeling onder twee of meer posten, geschiedt de indeling als volgt:

a)      de post met de meest specifieke omschrijving heeft voorrang boven posten met een meer algemene strekking. [...]

[...]

6.      Voor de indeling van goederen onder de onderverdelingen van een post zijn wettelijk bepalend de bewoordingen van die onderverdelingen en de aanvullende aantekeningen, alsmede ‚mutatis mutandis’ de vorenstaande regels, met dien verstande dat uitsluitend onderverdelingen van gelijke rangorde met elkaar kunnen worden vergeleken. Voor de toepassing van deze regel en voor zover niet anders is bepaald, zijn de aantekeningen op de afdelingen en op de hoofdstukken eveneens van toepassing.”

 Hoofdgeding en prejudiciële vraag

14     BAS Trucks importeert onder meer dumpers in de Europese Unie. In juni 1998 heeft zij twee verzoeken om bindende tariefinlichtingen ingediend, welke respectievelijk een voertuig van het merk MAN en een voertuig van het merk Scania betroffen.

15     Bij tariefinlichtingen van 30 juli 1998 hebben de Nederlandse douaneautoriteiten de twee betrokken voertuigen ingedeeld onder GN-postonderverdeling 8704 23 99.

16     Van oordeel dat de genoemde voertuigen onder GN-postonderverdeling 8704 10 11 moeten worden ingedeeld, heeft BAS Trucks tegen die bindende tariefinlichtingen bezwaar gemaakt. Dit bezwaar is afgewezen. BAS Trucks is tegen de afwijzende uitspraak in beroep gegaan. Het Gerechtshof te Amsterdam heeft de uitspraak bevestigd. Daarop heeft BAS Trucks beroep in cassatie ingesteld bij de Hoge Raad der Nederlanden.

17     De Hoge Raad beschrijft de betrokken waren als volgt:

„Beide voertuigen zijn voorzien van een bestuurderscabine en een kiepbak met vlakke vloer en bestemd voor het vervoer van zand, stenen, puin, enzovoort. De voorste wand van de kiepbak loopt door tot de bovenrand van de cabine. De voertuigen zijn voorts voorzien van een stijf en versterkt chassis met daaraan opgehangen vier assen, waarvan de twee voorste meesturend zijn. De assen zijn voorzien van een naafreductie voor meer vermogen op de wielen in zwaar terrein.

De voertuigen zijn voorzien van 22 dan wel 24 inch wielen met een speciaal type banden (zig-zagprofiel) voor gebruik in onverhard terrein. Zij kunnen zonder lading maximaal 85 km/u rijden. Met een tankinhoud van 300 respectievelijk 400 liter en een gemiddeld brandstofverbruik van 1:1,3 hebben de voertuigen een actieradius van 400 respectievelijk 550 km. Het remvermogen van de voertuigen is 4 100 kW en daarmee hoger dan dat van een normale vrachtwagen (1 900 tot 2 400 kW). De voertuigen hebben een motor met zelfontsteking. De Scania P 113 8x4 heeft een motorinhoud van 11 028 cm3. De motorinhoud van de MAN 41.372 8x4 bedraagt 22 967 cm3.

Het eigen gewicht van de Scania P 113 8x4 bedraagt 14 800 kg, het laadvermogen is 21 200 kg. Het eigen gewicht van de MAN 41.372 8x4 bedraagt 14 420 kg, het laadvermogen is 21 580 kg. De verhouding tussen leeggewicht en nuttig laadvermogen bedraagt voor de beide voertuigen niet meer dan 1:1,6.”

18     De verwijzende rechterlijke instantie is van oordeel dat de bewoordingen van GN-postonderverdeling 8704 10 onvoldoende steun geven om te komen tot een tariefindeling van de aan de orde zijnde voertuigen die niet aan redelijke twijfel onderhevig is, ook in het licht van de toelichtingen van de Werelddouaneorganisatie en van de Europese Gemeenschap op post 8704. Zij meent bovendien dat het arrest van 16 september 2004, DFDS (C‑396/02, Jurispr. blz. I‑8439), weliswaar de kwalificatie als „dumpers” in de zin van GN-postonderverdeling 8704 10 buiten redelijke twijfel doet zijn, maar geen uitlegging geeft van het in die postonderverdeling mede vermelde criterium „ontworpen voor gebruik in het terrein”.

19     Daarop heeft de Hoge Raad der Nederlanden de behandeling van de zaak geschorst en het Hof de volgende prejudiciële vraag gesteld:

„Verhindert de omstandigheid dat dumpers blijkens de kenmerkende eigenschappen die zij hebben mede zijn ontworpen voor gebruik op de verharde, openbare weg, indeling onder post 8704 10 van de gecombineerde nomenclatuur?”

 Beantwoording van de prejudiciële vraag

 Bij het Hof ingediende opmerkingen

20     BAS Trucks betoogt dat de litigieuze dumpers zijn ontworpen voor gebruik in het terrein. Dat die dumpers op de verharde, openbare weg kunnen rijden, sluit niet uit dat zij zijn ontworpen voor gebruik in het terrein. Noch de aantekeningen op hoofdstuk 87 noch GN-postonderverdeling 8704 10 preciseren dat de dumpers uitsluitend moeten zijn ontworpen voor gebruik in het terrein. Die dumpers kunnen weliswaar over de weg rijden, maar dit is economisch niet rendabel, gelet op de hoge kosten en de beperkte actieradius ten opzichte van gewone vrachtwagens.

21     Bijgevolg geeft BAS Trucks het Hof in overweging op de prejudiciële vraag te antwoorden dat de omstandigheid dat dumpers, ontworpen voor gebruik in het terrein, blijkens de kenmerkende eigenschappen die zij hebben tevens (incidenteel) op de verharde, openbare weg kunnen rijden, indeling onder postonderverdeling 8704 10 van de GN niet verhindert.

22     De Nederlandse regering betoogt dat de bewoordingen van postonderverdeling 8704 10 vooronderstellen dat een voertuig aan twee voorwaarden moet voldoen om onder deze onderverdeling te kunnen worden ingedeeld, te weten een „dumper” zijn en ontworpen zijn voor gebruik in het terrein. Naar de mening van de Nederlandse regering is deze tweede voorwaarde een zelfstandige eis, die los van de eerste voorwaarde dient te zijn vervuld. Het feit dat die dumpers niet alleen bestemd zijn voor gebruik in het terrein, maar ook voor het gebruik op de openbare weg, sluit indeling onder GN-postonderverdeling 8704 10 uit. De Nederlandse regering legt de woorden „ontworpen voor gebruik in het terrein” zo uit dat de dumpers uitsluitend voor gebruik in het terrein moeten zijn ontworpen om onder GN-postonderverdeling 8704 10 te kunnen vallen.

23     Bijgevolg geeft de Nederlandse regering het Hof in overweging op de vraag te antwoorden dat de omstandigheid dat dumpers blijkens de kenmerkende eigenschappen die zij hebben mede zijn ontworpen voor gebruik op de verharde, openbare weg, indeling onder GN-postonderverdeling 8704 10 verhindert.

24     De Commissie meent dat noch uit de bewoordingen van de GN-post zelf, noch uit de GN‑ en de GS-toelichtingen naar voren komt dat dumpers uitsluitend ontworpen dienen te zijn voor gebruik in het terrein. De bevoegde nationale autoriteiten moeten in de praktijk van geval tot geval nagaan of een dumper in eerste instantie ontworpen is voor gebruik in het terrein, dan wel in eerste instantie voor gebruik op de verharde, openbare weg. In het laatste geval is indeling onder GN-postonderverdeling 8704 10 uitgesloten.

25     Bijgevolg geeft de Commissie in overweging op de prejudiciële vraag te antwoorden dat de omstandigheid dat dumpers blijkens hun kenmerkende eigenschappen mede zijn ontworpen voor gebruik op de verharde, openbare weg, op zich indeling daarvan onder GN-postonderverdeling 8704 10 niet verhindert. De nationale rechter dient op basis van de totaliteit van de kenmerken van de dumpers, aan de hand van de relevante GN‑ en GS-toelichtingen, te beoordelen of zij al dan niet onder GN-postonderverdeling 8704 10 vallen.

 Antwoord van het Hof

26     De verwijzende rechter wenst in wezen te vernemen of de omstandigheid dat „dumpers” in de zin van GN-postonderverdeling 8704 10 zodanig zijn ontworpen dat zij ook op de verharde, openbare weg kunnen worden gebruikt, indeling daarvan onder die postonderverdeling verhindert.

27     Om te beginnen is het vaste rechtspraak dat in het belang van de rechtszekerheid en van een gemakkelijke controle het beslissende criterium voor de tariefindeling van goederen in de regel moet worden gezocht in de objectieve kenmerken en eigenschappen ervan, zoals deze in de bewoordingen van de post van de gecombineerde nomenclatuur en in de aantekeningen bij de afdelingen of hoofdstukken zijn omschreven (zie met name arrest DFDS, reeds aangehaald, punt 27; arresten van 15 september 2005, Intermodal Transports, C‑495/03, Jurispr. blz. I‑8151, punt 47, en 8 december 2005, Possehl Erzkontor, C‑445/04, Jurispr. blz. I‑10721, punt 19).

28     De door de Commissie met betrekking tot de gecombineerde nomenclatuur en door de Werelddouaneorganisatie met betrekking tot het GS uitgewerkte toelichtingen zijn, hoewel rechtens niet bindend, belangrijke hulpmiddelen bij de uitlegging van de draagwijdte van de verschillende tariefposten (zie arrest van 28 april 1999, Mövenpick Deutschland, C‑405/97, Jurispr. blz. I‑2397, punt 18).

29     Voorts kan de bestemming van het product een objectief indelingscriterium zijn, wanneer die bestemming inherent is aan het product. De inherentie moet kunnen worden beoordeeld aan de hand van de objectieve kenmerken en eigenschappen van het product (zie arrest van 1 juni 1995, Thyssen Haniel Logistic, C‑459/93, Jurispr. blz. I‑1381, punt 13).

30     Zoals het Hof in punt 31 van het reeds aangehaalde arrest DFDS heeft opgemerkt, vooronderstellen de bewoordingen van GN-postonderverdeling 8704 10 dat een voertuig slechts onder deze postonderverdeling kan worden ingedeeld indien het voldoet aan twee voorwaarden: het moet een „dumper” zijn en ontworpen zijn voor gebruik in het terrein.

31     Vastgesteld dient te worden dat het enige criterium waarop de Nederlandse regering zich heeft gebaseerd om de litigieuze voertuigen niet als dumpers in de zin van GN-postonderverdeling 8704 10 in te delen, de omstandigheid is dat die dumpers niet uitsluitend zijn ontworpen om in het terrein te worden gebruikt, maar ook voor gebruik op de verharde, openbare weg.

32     Blijkens de bewoordingen ervan is GN-postonderverdeling 8704 10 een specifieke post voor voertuigen die voor een bijzonder gebruik zijn ontworpen, te weten het laden en lossen van materiaal in het terrein. De overige categorieën van automobielen voor goederenvervoer vallen onder algemene postonderverdelingen, die geen onderscheid maken op basis van het gebruik waarvoor die voertuigen zijn bestemd, maar aan de hand van de specifieke technische kenmerken ervan. Zoals advocaat-generaal Stix-Hackl in punt 33 van haar conclusie in de reeds aangehaalde zaak DFDS heeft benadrukt, vormt bijgevolg het bijzondere gebruik waarvoor dumpers zijn bestemd, het beslissende criterium voor indeling onder GN-postonderverdeling 8704 10.

33     De toelichtingen op de gecombineerde nomenclatuur bij de postonderverdelingen 8704 10 11 tot en met 8704 10 90 omschrijven dumpers als voertuigen die „speciaal zijn geconstrueerd voor het vervoer van zand, grind, aarde, gesteente, enz., in steengroeven en mijnen of op bouwplaatsen voor gebouwen, wegen, vliegvelden of havens”.

34     De GS-toelichtingen bij de postonderverdelingen 8704 en 8704 10 omschrijven dumpers als voertuigen die „in het algemeen [zijn] voorzien van wielen geschikt voor alle terreinen en [die] [...] op losse grond [kunnen] rijden”, waarvan de snelheid en de actieradius beperkt zijn in vergelijking met voertuigen die op het eerste gezicht zijn ontworpen voor gebruik op de verharde, openbare weg en over het algemeen zijn voorzien van speciale banden voor slecht terrein.

35     Algemeen zijn de in GN-postonderverdeling 8704 10 bedoelde dumpers, gelet op de inherente kenmerken ervan, met name wielen die geschikt zijn voor alle terreinen, speciale banden voor slecht terrein en een beperkte snelheid en actieradius, hoofdzakelijk bestemd voor het vervoer van materiaal in steengroeven en mijnen of op bouwplaatsen, dat wil zeggen in het terrein. Deze kenmerken onderscheiden die dumpers van andere voertuigen voor goederenvervoer, daar zij, in tegenstelling tot deze laatste voertuigen, hoofdzakelijk bestemd zijn om over andere terreinen dan de verharde, openbare weg te rijden.

36     Uit het voorgaande volgt dat dumpers slechts onder GN-postonderverdeling 8704 10 kunnen worden ingedeeld indien zij speciaal zijn ontworpen voor het vervoer en het lossen van materiaal in het terrein.

37     Uit de bewoordingen van GN-postonderverdeling 8704 10 en de GN‑ en GS-toelichtingen blijkt evenwel niet dat die dumpers zodanig moeten zijn ontworpen dat zij uitsluitend kunnen worden gebruikt in het terrein.

38     Anders dan de Nederlandse regering betoogt, is het wezenlijke kenmerk van de in GN-postonderverdeling 8704 10 bedoelde dumpers niet de omstandigheid dat deze niet over de weg kunnen rijden, maar dat zij hoofdzakelijk zijn ontworpen om te kunnen rijden op min of meer onregelmatig terrein. Dat dumpers zodanig zijn ontworpen dat zij ook, bijkomend, gebruik kunnen maken van de verharde, openbare weg, is dus niet beslissend voor de indeling in de gecombineerde nomenclatuur.

39     Gelet op het voorgaande kan de omstandigheid dat een dumper zodanig is ontworpen dat hij niet alleen in het terrein kan rijden, maar ook over de verharde, openbare weg, op zich niet volstaan om de indeling van dat voertuig als dumper in de zin van GN-postonderverdeling 8704 10 uit te sluiten.

40     Het staat aan de nationale autoriteiten om per geval, onder toezicht van de rechter, na te gaan of een dumper speciaal en primair is ontworpen om in het terrein te worden gebruikt, dan wel primair is ontworpen voor gebruik op de verharde, openbare weg. Daartoe moet aan de hand van alle kenmerken van het betrokken voertuig worden nagegaan of dit al dan niet de in de relevante GN‑ en GS-toelichtingen genoemde wezenlijke kenmerken heeft.

41     Bijgevolg moet op de gestelde vraag worden geantwoord dat GN-postonderverdeling 8704 10 aldus moet worden uitgelegd dat die postonderverdeling ziet op dumpers in de zin van de genoemde onderverdeling die speciaal en primair zijn ontworpen voor gebruik buiten de verharde, openbare weg. Dat dumpers kenmerken hebben waardoor zij, bijkomend, over de verharde, openbare weg kunnen rijden, staat niet in de weg aan de indeling ervan als dumpers in die zin van die postonderverdeling.

 Kosten

42     Ten aanzien van de partijen in het hoofdgeding is de procedure als een aldaar gerezen incident te beschouwen, zodat de nationale rechterlijke instantie over de kosten heeft te beslissen. De door anderen wegens indiening van hun opmerkingen bij het Hof gemaakte kosten komen niet voor vergoeding in aanmerking.

Het Hof van Justitie (Vijfde kamer) verklaart voor recht:

Postonderverdeling 8704 10 van de gecombineerde nomenclatuur, opgenomen in bijlage I bij verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief‑ en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief, zoals gewijzigd bij verordening (EG) nr. 2261/98 van de Commissie van 26 oktober 1998, moet aldus worden uitgelegd dat die postonderverdeling ziet op dumpers in de zin van de genoemde onderverdeling die speciaal en primair zijn ontworpen voor gebruik buiten de verharde, openbare weg. Dat dumpers kenmerken hebben waardoor zij, bijkomend, over de verharde, openbare weg kunnen rijden, staat niet in de weg aan de indeling ervan als dumpers in die zin van die postonderverdeling.

ondertekeningen


* Procestaal: Nederlands.