Fiscale bepalingen – Harmonisatie van wetgevingen – Accijns – Richtlijn 92/12 – Accijnsproducten – Vaststelling van lidstaat waar recht verschuldigd is
(Richtlijn 92/12 van de Raad, art. 7, 8 en 22, lid 3)
Richtlijn 92/12 betreffende de algemene regeling voor accijnsproducten, het voorhanden hebben en het verkeer daarvan en de controles daarop, moet aldus worden uitgelegd dat wanneer een particulier die niet bedrijfsmatig of met winstoogmerk handelt, in een eerste lidstaat voor eigen behoefte en voor behoefte van andere particulieren in deze lidstaat tot verbruik uitgeslagen accijnsproducten verkrijgt en deze producten voor zijn rekening naar een tweede lidstaat laat overbrengen door een in deze tweede staat gevestigde vervoersonderneming, artikel 7, en niet artikel 8, van deze richtlijn van toepassing is, zodat ook in deze staat accijns verschuldigd is.
Producten die niet voor persoonlijk gebruik voorhanden worden gehouden, en die dus niet onder artikel 8 van richtlijn 92/12 vallen, moeten immers voor de toepassing van deze richtlijn worden geacht voor commerciële doeleinden voorhanden te worden gehouden, zodat artikel 7 van de richtlijn daarop van toepassing is. Artikel 8 van de richtlijn kan alleen worden toegepast indien de particulier die de betrokken producten heeft verkregen, deze producten persoonlijk heeft vervoerd. Krachtens artikel 7, lid 6, van de richtlijn wordt de accijns die in de eerste staat is voldaan, in een dergelijk geval teruggegeven volgens artikel 22, lid 3, van de richtlijn.
(cf. punten 29, 37, 53 en dictum)