23.2.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 51/11


Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 13 december 2007 — Commissie van de Europese Gemeenschappen/Italiaanse Republiek

(Zaak C-465/05) (1)

(Niet-nakoming - Vrij verrichten van diensten - Recht van vestiging - Beroep van bewakingsagent - Particuliere beveiligingsdiensten - Eed van trouw aan Italiaanse Republiek - Vergunning van prefect - Vestiging - Minimumpersoneelsbezetting - Storten van waarborgsom - Bestuurlijk toezicht op prijs van geleverde diensten)

(2008/C 51/18)

Procestaal: Italiaans

Partijen

Verzoekende partij: Commissie van de Europese Gemeenschappen (vertegenwoordigers: E. Traversa en E. Montaguti, gemachtigden)

Verwerende partij: Italiaanse Republiek (vertegenwoordigers: I. M. Braguglia, gemachtigde, en D. Del Gaizo, avvocato dello Stato)

Voorwerp

Niet-nakoming — Schendingen van de artikelen 43 en 49 EG — Vereisten om beroep van particuliere bewaker uit te oefenen — Verplichting om eed van trouw aan Italiaanse Republiek af te leggen — Verplichte vergunning van de prefect

Dictum

1)

Door in het kader van de eenvormige tekst van de wetten op de openbare veiligheid (Testo unico delle leggi di pubblica sicurezza), goedgekeurd bij wetsbesluit nr. 773 van 18 juni 1931, zoals gewijzigd, op te nemen dat:

de activiteit van particuliere bewaker enkel kan worden uitgeoefend na voorafgaande aflegging van een eed van trouw aan de Italiaanse Republiek, is de Italiaanse Republiek de krachtens de artikelen 43 EG en 49 EG op haar rustende verplichtingen niet nagekomen;

de activiteit van particuliere beveiliging slechts door een in een andere lidstaat gevestigde dienstverrichter kan worden uitgeoefend na afgifte van een territoriaal beperkte vergunning door de Prefetto, zonder dat daarbij rekening wordt gehouden met de verplichtingen waaraan de dienstverrichter reeds in zijn lidstaat van oorsprong is onderworpen, is de Italiaanse Republiek de krachtens artikel 49 EG op haar rustende verplichtingen niet nagekomen;

bedoelde vergunning een beperkte territoriale geldigheid heeft en dat bij de afgifte ervan rekening wordt gehouden met het aantal en de omvang van de in het betrokken gebied reeds actieve ondernemingen op het gebied van de particuliere beveiliging, is de Italiaanse Republiek de krachtens de artikelen 43 EG en 49 EG op haar rustende verplichtingen niet nagekomen;

particuliere beveiligingsbedrijven een vestiging moeten hebben in iedere provincie waarin zij werkzaam zijn, is de Italiaanse Republiek de krachtens artikel 49 EG op haar rustende verplichtingen niet nagekomen;

het personeel van de ondernemingen individuele toestemming moet hebben verkregen om als particuliere bewaker werkzaam te zijn, zonder dat daarbij rekening wordt gehouden met de controles en verificaties die reeds in de lidstaat van oorsprong zijn verricht, is de Italiaanse Republiek de krachtens artikel 49 EG op haar rustende verplichtingen niet nagekomen;

beveiligingsbedrijven slechts een vergunning kunnen verkrijgen indien zij een minimum- en/of maximumaantal werknemers in dienst hebben, is de Italiaanse Republiek de krachtens de artikelen 43 EG en 49 EG op haar rustende verplichtingen niet nagekomen;

deze ondernemingen een waarborgsom moeten storten bij de Cassa deposito e prestiti, is de Italiaanse Republiek de krachtens de artikelen 43 EG en 49 EG op haar rustende verplichtingen niet nagekomen, en

de prijzen van de diensten op het gebied van de particuliere beveiliging in de vergunning van de Prefetto worden vastgesteld, waarbij de prijzen enkel binnen een van tevoren vastgestelde marge mogen schommelen, is de Italiaanse Republiek de krachtens artikel 49 EG op haar rustende verplichtingen niet nagekomen.

2)

De Italiaanse Republiek wordt verwezen in de kosten.


(1)  PB C 60 van 11.3.2006.