Zaak T-260/04
Centro di educazione sanitaria e tecnologie appropriate sanitarie (Cestas)
tegen
Commissie van de Europese Gemeenschappen
„Beroep tot nietigverklaring — Europees Ontwikkelingsfonds — Terugbetaling van voorschotten — Debetnota — Niet voor beroep vatbare handeling — Voorbereidende handeling — Niet-ontvankelijkheid”
Arrest van het Gerecht (Vierde kamer) van 17 april 2008 II - 703
Samenvatting van het arrest
Alleen maatregelen die bindende rechtsgevolgen in het leven roepen welke de belangen van de verzoeker kunnen aantasten doordat zij diens rechtspositie aanmerkelijk wijzigen, zijn te beschouwen als handelingen die vatbaar zijn voor beroep tot nietigverklaring in de zin van artikel 230 EG.
Wanneer het gaat om handelingen of besluiten die in meerdere fasen tot stand komen, onder meer na afsluiting van een interne procedure, is in beginsel slechts sprake van voor beroep vatbare handelingen in geval van maatregelen die aan het einde van die procedure het standpunt van de Commissie definitief vastleggen, met uitsluiting van tussentijdse maatregelen die de voorbereiding van de eindbeschikking tot doel hebben.
Uit verschillende bepalingen van het financieel reglement van toepassing op het negende Europees Ontwikkelingsfonds blijkt dat een debetnota een inlichting aan de debiteur is. Daar artikel 44 en artikel 46, lid 2, van dit reglement een ander en later uitvoerbaar besluit dan de debetnota in het kader van de invorderingsprocedure vermelden, is deze duidelijk niet uitvoerbaar. Zij is een voorbereidende handeling vóór de eventuele beslissing van de Commissie de invorderingsprocedure voort te zetten door een contentieuze procedure in te stellen of door een beschikking op basis van artikel 256 EG vast te stellen. Bijgevolg vormt zij geen maatregel waarbij de Commissie definitief haar standpunt bepaalt, sorteert zij geen dwingende rechtsgevolgen die verzoekers belangen kunnen aantasten, en is zij dus niet vatbaar voor beroep tot nietigverklaring in de zin van artikel 230 EG.
(cf. punten 67, 69, 76)