7.2.2009 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 32/25 |
Arrest van het Gerecht van eerste aanleg van 17 december 2008 — HEG en Graphite India/Raad
(Zaak T-462/04) (1)
(Gemeenschappelijke handelspolitiek - Antidumpingrechten - Compenserende rechten - Invoer van grafietelektrodesystemen uit India - Rechten van verdediging - Gelijke behandeling - Vaststelling van schade - Causaal verband)
(2009/C 32/46)
Procestaal: Engels
Partijen
Verzoekende partijen: HEG Ltd (New Delhi, India) en Graphite India Ltd (Kolkata, India) (vertegenwoordigers: aanvankelijk K. Adamantopoulos, advocaat, en J. Branton, solicitor, vervolgens J. Branton)
Verwerende partij: Raad van de Europese Unie (vertegenwoordigers: J.-P. Hix, gemachtigde, bijgestaan door G. Berrisch, advocaat)
Interveniënte aan de zijde van verwerende partij: Commissie van de Europese Gemeenschappen (vertegenwoordigers: T. Scharf en K. Talabér-Ritz, gemachtigden)
Voorwerp
Nietigverklaring van verordening (EG) nr. 1628/2004 van de Raad van 13 september 2004 tot instelling van een definitief compenserend recht en tot definitieve inning van het voorlopige recht op grafietelektrodesystemen uit India (PB L 295, blz. 4) en van verordening (EG) nr. 1629/2004 van de Raad van 13 september 2004 tot instelling van een definitief antidumpingrecht en tot definitieve inning van het voorlopige recht op grafietelektrodesystemen uit India (PB L 295, blz. 10).
Dictum
1) |
Het beroep wordt verworpen. |
2) |
HEG Ltd en Graphite India Ltd zullen hun eigen kosten alsmede die van de Raad dragen. |
3) |
De Commissie zal haar eigen kosten dragen. |