23.2.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 51/3


Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 13 december 2007 — Commissie van de Europese Gemeenschappen/Ierland

(Zaak C-418/04) (1)

(Niet-nakoming - Richtlijn 79/409/EEG - Behoud van vogelstand - Artikelen 4 en 10 - Uitvoering en toepassing - IBA 2000 - Waarde - Kwaliteit van gegevens - Criteria - Beoordelingsmarge - Richtlijn 92/43/EEG - Instandhouding van natuurlijke habitats en van wilde flora en fauna - Artikel 6 - Uitvoering en toepassing)

(2008/C 51/06)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij: Commissie van de Europese Gemeenschappen (vertegenwoordigers: B. Doherty en M. van Beek, gemachtigden)

Verwerende partij: Ierland (vertegenwoordigers: D. O'Hagan, gemachtigde, E. Cogan, Barrister, G. Hogan SC)

Voorwerp

Niet nakoming — Schending van de artikelen 4 en 10 van richtlijn 79/409/EEG van de Raad van 2 april 1979 inzake het behoud van de vogelstand (PB L 103, blz. 1) — Schending van artikel 6 van richtlijn 92/43/EEG van de Raad van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna (PB L 206, blz. 7)

Dictum

1)

Ierland is de verplichtingen die op hem rusten krachtens de artikelen 4, leden 1, 2 en 4, en 10 van richtlijn 79/409, zoals gewijzigd bij richtlijn 97/49, en krachtens artikel 6, leden 2 tot en met 4, van richtlijn 92/43, niet nagekomen

door niet overeenkomstig artikel 4, leden 1 en 2, van richtlijn 79/409/EEG van de Raad van 2 april 1979 inzake het behoud van de vogelstand, zoals gewijzigd bij richtlijn 97/49/EG van de Commissie van 29 juli 1997, sinds 6 april 1981 alle naar aantal en oppervlakte meest geschikte gebieden aan te wijzen voor de in bijlage I bij die richtlijn vermelde soorten, met uitzondering van die welke zijn bestemd voor de instandhouding van de kolgans (Groenlandras) (Anser albifrons flavirostris), alsmede voor de niet in die bijlage I genoemde geregeld voorkomende trekvogels, met uitzondering van die welke zijn bestemd voor de bescherming van de kievit (Vanellus vanellus), de tureluur (Tringa totanus), de watersnip (Gallinago gallinago) en de wulp (Numenius arquata);

door niet te waarborgen dat de bepalingen van artikel 4, lid 4, eerste volzin, van richtlijn 79/409, zoals gewijzigd bij richtlijn 97/49, sinds 6 april 1981 worden toegepast op gebieden die overeenkomstig die richtlijn als specialebeschermingszones moeten worden aangewezen;

door de bepalingen van artikel 4, lid 4, tweede volzin, van richtlijn 79/409, zoals gewijzigd bij richtlijn 97/49, niet volledig en juist om te zetten en toe te passen;

door niet alle maatregelen te treffen die noodzakelijk zijn om te voldoen aan de bepalingen van artikel 6, lid 2, van richtlijn 92/43/EEG van de Raad van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna, met betrekking tot de overeenkomstig artikel 4, lid 1, van richtlijn 79/409, zoals gewijzigd bij richtlijn 97/49, aangewezen of overeenkomstig artikel 4, lid 2, van die richtlijn erkende specialebeschermingszones;

door niet alle maatregelen te treffen die noodzakelijk zijn om te voldoen aan de bepalingen van artikel 6, lid 2, van richtlijn 92/43 met betrekking tot het recreatieve gebruik van alle onder dat artikel vallende gebieden;

door niet alle maatregelen te treffen die noodzakelijk zijn om te voldoen aan de bepalingen van artikel 6, leden 3 en 4, van richtlijn 92/43 met betrekking tot plannen;

door niet alle maatregelen te treffen die noodzakelijk zijn om te voldoen aan de bepalingen van artikel 6, lid 3, van richtlijn 92/43 met betrekking tot de verlening van vergunningen voor aquacultuurprojecten;

door niet alle maatregelen te treffen die noodzakelijk zijn om te voldoen aan de bepalingen van artikel 6, leden 2 tot en met 4, van richtlijn 92/43 met betrekking tot onderhoudswerkzaamheden aan afwateringssloten in de specialebeschermingszone Glen Lough, en

door niet alle maatregelen te treffen die noodzakelijk zijn om te voldoen aan de bepalingen van artikel 10 van richtlijn 79/409, zoals gewijzigd bij richtlijn 97/49.

2)

Het beroep wordt verworpen voor het overige.

3)

Ierland wordt verwezen in de kosten.

4)

De Helleense Republiek en het Koninkrijk Spanje dragen hun eigen kosten.


(1)  PB C 6 van 8.1.2005.