«Kort geding – Ontvankelijkheid – Spoedeisendheid»
|
||||
(Art. 242 EG en 243 EG; Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 104, lid 1)
(Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 104, lid 2)
BESCHIKKING VAN DE PRESIDENT VAN HET GERECHT
28 november 2003 (1)
„Kort geding – Ontvankelijkheid – Spoedeisendheid”
In zaak T-264/03 R, Jürgen Schmoldt, wonende te Dallgow-Döberitz (Duitsland),Kaefer Isoliertechnik GmbH & Co. KG, gevestigd te Bremen (Duitsland),Hauptverband der Deutschen Bauindustrie eV, gevestigd te Berlijn (Duitsland),vertegenwoordigd door H.-P. Schneider, hoogleraar,verzoekers,
tegen
Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door K. Wiedner als gemachtigde, bijgestaan door A. Böhlke, advocaat, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg,verweerster,
betreffende een verzoek krachtens artikel 243 EG om bij wege van voorlopige maatregel de in de mededeling van de Commissie van 22 mei 2003 in het kader van de uitvoering van richtlijn 89/106/EEG van de Raad (PB C 120, blz. 17) bepaalde periode van coëxistentie van de nationale normen en de Europese normen EN 13162:2001 tot en met 13171:2001 te verlengen,geeft
DE PRESIDENT VAN HET GERECHT VAN EERSTE AANLEG
de navolgende
DE PRESIDENT VAN HET GERECHT VAN EERSTE AANLEG
beschikt:
De griffier |
De president |
H. Jung |
B. Vesterdorf |