Trefwoorden
Samenvatting

Trefwoorden

Handelingen van de instellingen – Motivering – Verplichting – Omvang – Besluit 2001/822 betreffende associatie van landen en gebieden overzee – Beschikking waarbij met betrekking tot oorsprongsregels voor suiker uit Nederlandse Antillen afwijking van genoemd besluit wordt geweigerd – Niet-nakoming van motiveringsplicht

(Art. 253 EG; besluit 2001/822 van de Raad, bijlage III, art. 37; beschikking 2003/34 van de Commissie)

Samenvatting

De door artikel 253 EG vereiste motivering moet beantwoorden aan de aard van de betrokken handeling en de redenering van de instelling die de handeling heeft verricht, duidelijk en ondubbelzinnig tot uitdrukking doen komen, opdat de belanghebbenden kennis kunnen nemen van de rechtvaardigingsgronden van de genomen maatregel en de bevoegde rechter zijn toezicht kan uitoefenen. De aan de motivering te stellen eisen moeten worden beoordeeld aan de hand van de omstandigheden van het geval, waarbij met name rekening moet worden gehouden met de inhoud van de handeling, de aard van de redengeving en het belang dat de adressaten of andere personen die rechtstreeks en individueel door de handeling worden geraakt, bij een toelichting kunnen hebben. Het is niet noodzakelijk, dat alle relevante gegevens feitelijk of rechtens in de motivering worden gespecificeerd, aangezien bij de vraag of de motivering van een handeling aan de vereisten van artikel 253 EG voldoet, niet alleen acht moet worden geslagen op de bewoordingen ervan, doch ook op de context en op het geheel van rechtsregels die de betrokken materie beheersen.

Aan de vereisten van artikel 253 EG wordt niet voldaan door een beschikking van de Commissie waarbij een afwijking van besluit 2001/822 betreffende associatie van landen en gebieden overzee (LGO), met betrekking tot de oorsprongsregels voor suiker uit de Nederlandse Antillen wordt geweigerd, indien uit deze beschikking niet voldoende duidelijk kan worden opgemaakt, ten eerste, op grond van welke motivering de Commissie tot de slotsom is gekomen dat de regels inzake cumulatie van oorsprong een oplossing bieden voor het probleem, en dat het gebruik van suiker uit Guyana er niet toe zou leiden dat de producent zijn activiteiten zou moeten beëindigen, ten tweede of de Commissie artikel 37, lid 3, sub b, van bijlage III bij het LGO-besluit, dat de voorwaarden voor toekenning van een afwijking van de oorsprongsregels betreft, al dan niet heeft toegepast, en ten derde welke berekeningsmethode de Commissie heeft gebruikt met betrekking tot de toegevoegde waarde van suiker uit Guyana in het kader van een eventuele toepassing van artikel 37, lid 7, van die bijlage.

(cf. punten 20, 42‑43, 45, 49)